Openbaring 16 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

De zeven engelen met de zeven schalen

1En ik hoorde een luide stem uit de Tempel tegen de zeven engelen zeggen:

“Ga heen en giet de zeven schalen van de toorn van GOD uit op de aarde!”

2En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit op de aarde en er kwam een gemeen en kwaadaardig gezwel aan de mensen, die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden.

3En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee en de zee werd bloed als van een dode en iedere levende ziel, die in de zee was, stierf.

4En de derde engel goot zijn schaal uit in de rivieren en in de waterbronnen en zij veranderden in bloed.

5Ik hoorde de engel van de wateren zeggen:

“Rechtvaardig bent U,

die is en die was,

ja, heilig bent U,

dat U deze oordelen hebt geveld.

6 Omdat zij het bloed van de profeten

en van de heiligen vergoten hebben,

hebt U hun ook bloed te drinken gegeven.

Zij hebben het verdiend.”

7En ik hoorde het altaar zeggen:

“Ja, HEERE GOD, Almachtige,

waarachtig en rechtvaardig zijn uw oordelen.”

8En de vierde engel goot zijn schaal uit op de zon en haar werd gegeven om de mensen met vuur te verzengen

9en de mensen werden verzengd door grote hitte en zij lasterden de Naam van GOD, die de macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.

10En de vijfde engel goot zijn schaal uit op de troon van het beest en zijn rijk werd verduisterd en zij beten op hun tong van pijn

11en zij lasterden de Naam van de GOD van de hemel vanwege hun pijnen en vanwege hun gezwellen en zij bekeerden zich niet van hun werken.

12En de zesde engel goot zijn schaal uit op de grote rivier de Eufraat en zijn water droogde op, zodat de weg bereid werd voor de koningen die komen vanwaar de zon opgaat.

13En ik zag drie onreine geesten als kikkers uit de bek van de draak en uit de mond van het beest en uit de mond van de valse profeet komen,

14want het zijn geesten van demonen, die tekenen doen die uitgaan naar de koningen van de bewoonde wereld om hen voor de strijd te verzamelen op de grote dag van GOD, de Almachtige.

15 “Zie, Ik kom als een dief.

Gelukkig is hij die waakt

en zijn kleren bewaart,

opdat hij niet naakt rondloopt

en men zijn schaamte ziet.”

16En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws ‘Megiddo’ wordt genoemd.

17En de zevende engel goot zijn schaal uit in de lucht en er klonk een luide stem uit de Tempel van vóór de troon, die zei:

“Het is geschied!”

18En er kwamen bliksemstralen en donderslagen en er kwam een grote aardbeving zoals er nog nooit een aardbeving geweest is sinds er mensen op aarde waren, zó groot.

19En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de volken stortten in en het grote Babel werd bij GOD in herinnering gebracht om het de beker van de wijn van zijn grimmigheid en van zijn toorn te geven.

20En elk eiland vluchtte weg en er waren geen bergen meer te vinden

21en er vielen grote hagelstenen uit de hemel op de mensen, zo zwaar als een talent, en de mensen lasterden GOD vanwege de plaag van de hagel, want de plaag ervan was zeer groot.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help