Richteren 17 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

Micha en het afgodsbeeld

1Er was een man uit het bergland van Efraïm die Micha heette.

2Hij zei tegen zijn moeder: “De elfhonderd zilverstukken die bij u weggenomen zijn en waarover u een vervloeking hebt geuit, die u bovendien ten aanhoren van mij hebt uitgesproken, zie, die zilverstukken zijn bij mij, ik heb ze weggenomen.” Zijn moeder zei: “Mag mijn zoon door de HEERE gezegend worden!”

3Hij gaf de elfhonderd zilverstukken terug aan zijn moeder en zijn moeder zei: “Het zilvergeld heb ik uit mijn hand volledig aan de HEERE geheiligd voor mijn zoon om er een gesneden en een gegoten beeld van te maken. Nu dan, ik geef het aan je terug.”

4Hij echter gaf het zilver weer aan zijn moeder terug. Toen nam zijn moeder tweehonderd zilverstukken en gaf die aan de goudsmid. Hij maakte er een gesneden en een gegoten afgodsbeeld van en dat kwam in het huis van Micha te staan.

5De man Micha had een godshuis en hij maakte een priestertuniek en afgodsbeeldjes en hij wijdde één van zijn zonen en die werd priester voor hem.

6In die dagen was er geen koning in Israël. Ieder deed wat recht was in zijn eigen ogen.

7Nu was er een jongeman uit Bethlehem in Juda, uit de familie van Juda. Deze was een Leviet die daar als vreemdeling verbleef.

8Deze man was uit die stad, uit Bethlehem in Juda, weggetrokken om als vreemdeling daar te verblijven waar hij onderdak zou vinden. Op zijn weg kwam hij in het bergland van Efraïm aan bij het huis van Micha.

9Micha zei tegen hem: “Waar kom je vandaan?” En hij zei tegen hem: “Ik ben een Leviet, uit Bethlehem in Juda. Ik trek rond om daar te verblijven waar ik onderdak vind.”

10Toen zei Micha tegen hem: “Blijf bij mij en wees voor mij tot vader en tot priester en ik zal je jaarlijks tien zilverstukken geven en een stel kleren en wat nodig is voor je levensonderhoud.” De Leviet ging met hem mee.

11De Leviet stemde erin toe om bij de man te blijven en de jongeman was voor hem als één van zijn zonen.

12Micha wijdde de Leviet en de jongeman werd priester voor hem en hij verbleef in het huis van Micha.

13En Micha zei bij zichzelf: “Nu weet ik dat de HEERE mij goed zal doen, omdat deze Leviet priester voor mij geworden is.”

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help