Psalmen 105 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

1Dank de HEERE, roep zijn Naam aan,

maak onder de volken zijn daden bekend.

2Zing voor Hem, zing psalmen voor Hem,

spreek van al zijn wonderen.

3Beroem je in zijn heilige Naam,

opdat het hart van wie de HEERE zoeken, zich verblijdt.

4Vraag naar de HEERE en zijn sterkte,

zoek zijn aangezicht voortdurend.

5Denk aan zijn wonderen die Hij heeft gedaan,

aan zijn tekenen en aan de oordelen van zijn mond.

6Nakomelingen van Abraham, zijn dienaar,

zonen van Jakob, zijn uitverkorenen!

7Hij is de HEERE, onze GOD.

Zijn oordelen gaan over heel de aarde.

8Denk voor eeuwig aan zijn Verbond,

het woord dat Hij als een gebod voor duizend generaties gaf,

9dat hij met Abraham sloot,

en met zijn eed aan Izak bevestigde.

10Hij heeft het voor Jakob tot een wetsvoorschrift gesteld,

voor Israël als een eeuwig Verbond

11door te zeggen: “Ik zal je het land Kanaän geven,

jullie met het meetsnoer toegemeten erfdeel!”

12toen jullie met een handjevol mannen waren, met weinigen,

en jullie vreemdelingen daarin waren.

13Zij trokken rond van volk tot volk,

van het ene koninkrijk naar het andere volk.

14Hij stond geen mens toe hen te onderdrukken,

om hen bestrafte Hij koningen.

15Raak mijn gezalfden niet aan,

doe mijn profeten geen kwaad.

16Hij riep een hongersnood over het land uit,

Hij verbrak alle broodvoorziening.

17Hij zond een man voor hen uit,

Jozef werd als slaaf verkocht.

18Zij klemden zijn voeten in boeien,

zijn ziel kwam in de ijzers vast te zitten.

19Tot de tijd dat zijn woord uitkwam,

heeft het spreken van de HEERE hem gelouterd.

20De koning liet hem losmaken,

de heerser van de volken liet hem vrij.

21Hij stelde hem aan tot heer over zijn huis,

tot heerser over al zijn bezit,

22om zijn vorsten aan zich te binden,

en zijn oudsten wijsheid bij te brengen.

23 Daarna kwam Israël in Egypte,

Jakob verbleef als vreemdeling in het land van Cham.

24Hij maakte zijn volk erg vruchtbaar,

Hij maakte het machtiger dan zijn onderdrukkers.

25Hij bewerkte een ommekeer in hun hart,

waardoor zij zijn volk gingen haten,

zijn dienaren met bedrog gingen behandelen.

26 Toen zond Hij zijn dienaar Mozes,

en Aäron die Hij uitgekozen had.

27Zij kondigden zijn tekenen onder hen aan,

en verrichtten wonderen in het land van Cham.

28Hij zond duisternis en het werd duister.

Zij waren niet weerspannig tegen zijn woorden.

29Hij veranderde hun wateren in bloed,

en doodde hun vissen.

30Hij deed hun land wemelen van kikkers,

tot in de kamers van hun koningen.

31Hij sprak en er kwam een zwerm ongedierte,

muggen kwamen over heel hun grondgebied.

32Hij maakte hun regen tot hagel,

een vlammend vuur zond Hij over hun land.

33Hij sloeg hun wijnstok en hun vijgenboom neer,

Hij brak de bomen in hun gebied.

34Hij sprak en de sprinkhaan kwam,

en ook de oplikker, ontelbaar veel.

35Ze aten al het kruid in hun land op,

zij vraten de vrucht van hun bodem op.

36Hij sloeg ook alle eerstgeborenen in hun land,

de eersteling van al hun mannelijke kracht.

37Hij leidde hen uit met zilver en goud,

niemand van hun stammen struikelde.

38Egypte was blij met hun vertrek,

want zij werden door grote angst overvallen.

39Hij spreidde een wolk uit als een gordijn,

en vuur om licht te geven bij nacht.

40Zij baden en Hij liet kwakkels komen,

Hij verzadigde hen met brood uit de hemel.

41Hij opende een rots en er gutste water uit,

het stroomde over het droge als een rivier.

42Want Hij dacht aan zijn heilige woord,

aan zijn dienaar Abraham.

43Hij leidde zijn volk uit met vreugde,

zijn uitverkorenen met gejuich.

44Hij gaf hun de landen van de volken,

zij erfden de arbeid van de volkeren,

45opdat zij zich aan zijn wetsvoorschriften zouden houden,

zijn wetten zouden bewaren. Hallelu-Jah!

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help