Job 42 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

Jobs belijdenis

1 Job antwoordde de HEERE en zei:

2“Ik weet, dat U alles kunt

en dat geen enkel voornemen van U verijdeld kan worden.

3 U zegt: ‘Wie is het die zonder kennis het raadsbesluit versluiert?’ Zo is het dan, ik heb gesproken terwijl ik het niet begreep, dingen die voor mij te wonderlijk zijn, waar ik geen weet van heb.”

4“Luister toch en ik zal spreken, ik zal U vragen stellen en U zult mij kennis bijbrengen.

5Alleen door met het oor te luisteren heb ik van U gehoord, maar nu ziet mijn oog U.

6Daarom heb ik een afkeer van mijzelf en heb ik berouw en zit ik neer in stof en as.”

God brengt herstel

7Nadat de HEERE deze woorden tot Job gesproken had, zei de HEERE tegen de Temaniet Elifaz: “Mijn toorn is tegen je ontbrand en tegen je twee vrienden, want jullie hebben niet juist over Mij gesproken, zoals mijn dienaar Job.

8Nu dan, neem zeven jonge stieren en zeven rammen en ga naar mijn dienaar Job en breng ze als een brandoffer voor jullie zelf. Laat mijn dienaar Job voor jullie bidden. Want zijn smeekbede zal ik aannemen, opdat Ik niet met jullie zal handelen overeenkomstig jullie eigen dwaasheid, want jullie hebben niet juist over Mij gesproken zoals mijn dienaar Job.”

9 Toen gingen Elifaz, de Temaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naämatiet, op weg en deden zoals de HEERE tot hen gesproken had en de HEERE verhoorde de smeekbede van Job.

10De HEERE bracht een keer in de greep waarin de ziekte Job gevangen hield, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de HEERE voegde aan alles wat Job bezat het dubbele toe.

11Al zijn broers en al zijn zussen kwamen bij hem en ook allen die hem vroeger gekend hadden. Zij aten brood met hem in zijn huis en toonden hun medeleven met hem en troostten hem over al het kwaad dat de HEERE over hem had doen komen. Ieder gaf hem één zilverstuk en ook gaf ieder hem één gouden ring.

12De HEERE zegende Jobs einde meer dan zijn begin, want hij had veertienduizend schapen en geiten en zesduizend kamelen en duizend span runderen en duizend ezelinnen.

13Hij kreeg zeven zonen en drie dochters.

14De eerste gaf hij de naam Jemima en de naam van de tweede was Kezia en de naam van de derde Keren-Happuch.

15Zulke mooie vrouwen als de dochters van Job werden in heel het land niet gevonden. Hun vader gaf hun een erfdeel onder hun broers.

16Hierna leefde Job honderdveertig jaar en zag zijn kinderen en de kinderen van zijn kinderen tot aan de vierde generatie toe.

17Job stierf oud en van het leven verzadigd.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help