Numeri 25 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

Israëls afgoderij met de dochters van Moab

1Israël bleef in Sittim wonen en het volk begon met de dochters van Moab hoererij te plegen.

2Die nodigden het volk uit voor de slachtoffers van hun goden en het volk at ervan en zij knielden voor hun goden neer.

3Zo verbond Israël zich met Baäl-Peor en de toorn van de HEERE ontbrandde tegen Israël.

4De HEERE zei tegen Mozes: “Neem alle hoofden van het volk en hang ze voor de HEERE op in de volle zon, dan zal de gloed van de toorn van de HEERE van Israël worden afgewend.”

5Toen zei Mozes tegen de rechters van Israël: “Laat ieder diegenen onder zijn mannen, die zich aan Baäl-Peor verbonden hebben, doden!”

6En zie, een man uit de zonen van Israël kwam aanlopen en bracht een Midianitische vrouw bij zijn broeders voor de ogen van Mozes en voor de ogen van heel de gemeente van de zonen van Israël, terwijl zij huilden bij de ingang van de Tent van de Ontmoeting.

7Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, de priester, zag het en stond op uit het midden van de gemeente. Hij nam een speer in zijn hand

8en hij ging de Israëlitische man achterna tot in de koepeltent en doorstak hen beiden, de Israëlitische man, en de vrouw, dwars door haar buik heen. Toen hield de plaag onder de zonen van Israël op.

9Er stierven vierentwintigduizend mensen aan de plaag.

10De HEERE sprak tot Mozes en zei:

11“Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, de priester, heeft mijn woede van de zonen van Israël afgewend door onder hen jaloers op te treden met mijn jaloersheid, zodat Ik de zonen van Israël in mijn heilige jaloersheid niet hoefde te vernietigen.

12Zeg daarom: ‘Zie, Ik geef hem mijn Verbond van vrede.

13Aan hem en aan zijn zaad na hem zal het Verbond van het eeuwige priesterschap toekomen, omdat hij voor zijn GOD geijverd heeft en verzoening heeft gedaan over de zonen van Israël.’ ”

14De naam van de gedode Israëlietische man, die doodgeslagen was samen met de Midianitische vrouw, was Zimri, de zoon van Salu, de overste van het vaderhuis van de Simeonieten.

15De naam van de doodgeslagen Midianitische vrouw was Kozbi, een dochter van Zur, een stamhoofd van een familie onder de Midianieten.

16De HEERE sprak tot Mozes en zei:

17“Drijf de Midianieten in het nauw en versla hen,

18want zij hebben jullie in het nauw gedreven door hun sluwheden waarmee zij jullie op sluwe wijze bedrogen hebben inzake Peor en inzake Kozbi, de dochter van de overste van de Midianieten, hun zus, die gedood werd op de dag van de plaag in verband met Peor.”

19Na de plaag gebeurde het volgende.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help