1Voor de koorleider. Op de bas-octaaf. Een psalm van David.
2Red, o HEERE, want de trouwe vriend is er niet meer,
want de betrouwbaren zijn onder de mensenkinderen uitgeroeid.
3Zij spreken bedrieglijk onder elkaar,
met een lip vol vleierijen,
dubbelhartig spreken zij.
4Laat de HEERE toch alle lippen vol vleierijen afsnijden,
de tong met grootspraak,
5zij die zeggen: “Met onze tong zullen wij indruk maken,
onze lippen zijn van ons!
Wie is heer over ons?”
6“Om de verwoesting van de ellendigen,
om het kermen van de armen
zal Ik nu opstaan!”, zegt de HEERE,
“Ik zal degene tegen wie hij tekeer gaat in veiligheid brengen.”
7De uitspraken van de HEERE zijn zuivere uitspraken,
gezuiverd als zilver in een smeltkroes in de aarde,
zevenvoudig gelouterd.
8 U, o HEERE, zult hen bewaren,
U zult ons behoeden voor deze generatie,
tot in eeuwigheid.
9De boosdoeners gaan overal rond
wanneer onverschilligheid de kop opsteekt onder de mensenkinderen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.