1Lied van het opgaan.
Vanaf mijn jeugd hebben zij mij vaak benauwd!”
Zeg het nu toch Israël,
2vanaf mijn jeugd hebben zij mij vaak benauwd,
maar overmeesterd hebben zij mij niet.
3Ploegers hebben over mijn rug geploegd,
zij hebben hun lange voren getrokken.
4De HEERE is rechtvaardig.
Hij heeft de banden van de boosdoeners doorgesneden.
5Laten allen die Sion haten,
beschaamd worden en terugdeinzen.
6Laten zij worden als gras op de daken,
dat verdort voordat men het uittrekt,
7waarmee de maaier zijn hand niet vult,
ook een schovenbinder zijn arm niet,
8 zodat voorbijgangers niet zullen zeggen:
“De zegen van de HEERE is bij jullie!”
“Wij zegenen jullie in de Naam van de HEERE.”
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.