Psalmen 102 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

1Gebed van een ellendige als het hem teveel wordt

en hij zijn klacht voor het aangezicht van de HEERE uitstort.

2 O HEERE, hoor mijn gebed,

laat mijn geroep tot U komen.

3Verberg uw aangezicht niet voor mij op de dag dat ik in het nauw ben.

Neig uw oor tot mij op de dag dat ik roep,

verhoor mij dan spoedig,

4want mijn dagen zijn in rook opgegaan,

mijn beenderen zijn als een uitgebrande vuurhaard.

5Mijn hart is slap en verdord als gras,

zodat ik vergeten heb om mijn brood te eten.

6Door mijn diepe zuchten,

plakken mijn beenderen aan mijn huid.

7Ik lijk op een kotsende vogel in de woestijn,

ik ben geworden als een uil tussen de puinhopen.

8Ik waak zonder te slapen,

ik ben geworden als een eenzame vogel op het dak.

9Mijn vijanden bespotten mij de hele dag.

Zij die tegen mij tekeergaan,

gebruiken mijn naam als een vloek.

10Want ik eet as als brood,

en mijn drinken vermeng ik met mijn tranen

11om uw grimmigheid en uw uitbarsting van toorn,

want U hebt mij opgetild en weer neergeworpen.

12Mijn dagen zijn als een langgerekte schaduw,

ik verdor als gras.

13 Maar U, HEERE, zit voor eeuwig op de troon,

van generatie op generatie zal men aan U denken.

14U zult opstaan en zich over Sion ontfermen,

want het is de tijd om haar genadig te zijn,

want de vastgestelde tijd is gekomen.

15Want uw dienaren zijn erg gesteld op haar stenen,

zij hebben te doen met haar puin.

16De volken zullen de Naam van de HEERE vrezen,

alle koningen van de aarde uw heerlijkheid,

17wanneer de HEERE Sion herbouwd heeft,

zal Hij gezien worden in zijn heerlijkheid,

18zal Hij zich wenden tot het gebed van de berooide,

Hij zal hun gebed niet verachten.

19Dit wordt geschreven voor de volgende generatie,

het volk, dat geschapen wordt,

zal de HEER loven,

20omdat Hij uit zijn verheven Heiligdom heeft neergezien,

vanuit de hemel heeft de HEERE naar de aarde omgekeken

21om het zuchten van de gevangene te horen,

om de kinderen des doods vrij te laten,

22opdat men de Naam van de HEERE in Sion zal verkondigen,

en zijn lof in Jeruzalem,

23wanneer de volken bijeengebracht worden,

ook de koninkrijken, om de HEERE te dienen.

24Onderweg heeft Hij mijn kracht gebroken,

mijn levensdagen heeft Hij verkort.

25Ik zei: ‘Mijn God, neem mij niet weg op de helft van mijn dagen,

uw jaren duren van generatie op generatie.

26Lang geleden hebt U de aarde gegrondvest,

de hemelen zijn het werk van uw handen.

27Die zullen vergaan, maar U blijft bestaan.

Zij zullen alle als een kleed verslijten,

als een gewaad zult U ze verwisselen,

zij zullen omgewisseld worden.

28 Maar U bent Dezelfde,

uw jaren zullen nooit ophouden.’

29De zonen van uw dienaren zullen daar wonen,

hun nakomelingen zullen voor uw aangezicht bevestigd worden.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help