Het Evangelie naar Matteüs 7 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

1“Oordeel niet, opdat jullie niet geoordeeld worden,

2want met het oordeel waarmee jullie oordelen, zullen jullie ook geoordeeld worden en met de maat waarmee jullie meten, zullen jullie ook gemeten worden.

3Waarom zie je de splinter in het oog van je broeder, maar merk je de balk in je eigen oog niet op?

4Of, hoe kun je tegen je broeder zeggen: ‘Sta mij toe de splinter uit je oog te halen!’, en zie, er zit een balk in je eigen oog?

5Huichelaar, doe eerst de balk uit je eigen oog weg, pas dan kun je goed zien om de splinter uit het oog van je broeder te halen.

6 Geef wat geheiligd is niet aan de honden en werp jullie parels niet voor de zwijnen, opdat zij die niet met hun poten vertrappen, zich vervolgens omkeren en jullie verscheuren.”

7“Bid en jullie zal gegeven worden, zoek en jullie zullen vinden, klop en er zal voor jullie opengedaan worden.

8Want ieder die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en voor wie klopt, zal opengedaan worden.

9Of welke man onder jullie, zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, een steen aan hem geven?

10Of, als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem dan een slang geven?

11Als jullie dan, die slecht zijn, goede gaven aan jullie kinderen weten te geven, hoeveel te meer zal jullie Vader, die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die Hem daarom vragen!

12Alles wat jullie willen dat de mensen voor jullie doen, doe dat ook zo voor hen, want dit is de Wet en de Profeten.”

13“Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed de weg die naar de ondergang leidt, en velen zijn er die daardoor binnengaan.

14Hoe eng is de poort en smal de weg die naar het leven leidt! Weinigen zijn er die hem vinden.”

15“Wees op je hoede voor de valse profeten, die in schapenvacht bij jullie komen, maar vanbinnen roofzuchtige wolven zijn.

16Aan hun vruchten zullen jullie hen kennen. Plukt men soms druiven van dorens of vijgen van distels?

17Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar een slechte boom brengt slechte vruchten voort.

18Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen.

19Iedere boom dan die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en valt in het vuur.

20Zo zullen jullie hen aan hun vruchten kennen.”

21“Niet iedereen die tegen Mij zegt: ‘Mijn Heer, mijn Heer!’, zal het Koninkrijk van de hemelen binnengaan, maar alleen wie de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.

22Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: ‘Mijn Heer, mijn Heer, hebben wij niet in uw Naam geprofeteerd en in uw Naam demonen uitgedreven en in uw Naam vele krachten gedaan?’

23Dan zal Ik hun openlijk zeggen: ‘Ik heb jullie nooit gekend. Ga weg van Mij, jullie die ongerechtigheid doen!’ ”

24“Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, zal vergeleken worden met een wijze man die zijn huis bouwde op een rots.

25De regen daalde neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen het huis, maar het viel niet om, want het fundament was gelegd op een rots.

26Maar ieder die deze woorden van Mij hoort en ze niet doet, zal vergeleken worden met een dwaze man, die zijn huis op zand bouwde.

27De regen daalde neer en de waterstromen kwamen en de winden waaiden en sloegen tegen het huis en het stortte in en de val ervan was groot.”

Het einde van de Bergrede

28 Toen Jezus deze woorden beëindigd had, stonden de menigten versteld over zijn onderwijs,

29want Hij onderwees hen als iemand met gezag, niet zoals hun schriftgeleerden en de Farizeeën.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help