1Ik heb lief,
want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen,
2want Hij neigt zijn oor tot mij.
Alle dagen van mijn leven zal Ik Hem aanroepen.
3Banden van de dood hadden mij omgeven,
angsten van het dodenrijk hadden mij overvallen.
Ik ondervond benauwdheid en verdriet.
4Ik riep de Naam van de HEERE aan en zei:
“O HEERE, bevrijd mijn ziel!”
5De HEERE is genadig en rechtvaardig,
onze GOD is vol ontferming.
6De HEERE bewaart de eenvoudigen.
Ik was uitgeput, maar Hij heeft mij gered.
7Mijn ziel, kom weer tot rust,
want de HEERE heeft je goedgedaan.
8Want U hebt mijn ziel behoed voor de dood,
mijn ogen voor tranen, mijn voet voor struikelen.
9Ik zal wandelen voor het aangezicht van de HEERE,
in de landen van de levenden.
10Ik heb geloofd, daarom sprak ik:
“Ik ben heel erg verdrukt!”
11In mijn schrik zei ik: “Alle mensen zijn leugenaars!”
12Wat zal ik aan de HEERE terugdoen,
voor alle goeds dat Hij voor mij heeft gedaan?
13Ik zal de beker van de overvloedige verlossing opheffen,
en de Naam van de HEERE aanroepen.
14Ik zal mijn geloften aan de HEERE nakomen,
ten overstaan van heel zijn volk.
15Kostbaar is in de ogen van de HEERE,
de dood van zijn getrouwen.
16 O HEERE, ik ben immers uw dienaar,
ik ben uw dienaar, een zoon van uw dienares.
U hebt mijn banden losgemaakt.
17Ik zal U een dankoffer brengen,
en de Naam van de HEERE aanroepen.
18Ik zal mijn geloften aan de HEERE nakomen,
in tegenwoordigheid van heel zijn volk,
19in de voorhoven van het Huis van de HEERE,
in jouw midden, o Jeruzalem! Hallelu-Jah!
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.