2 Kronieken 12 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

De inval van Sisak, de koning van Egypte

1Toen Rehabeam het koningschap vast in handen had en sterk geworden was, maakte hij zich los van de Wet van de HEERE en heel Israël ging hierin met hem mee.

2In het vijfde jaar van koning Rehabeam, trok Sisak, de koning van Egypte, tegen Jeruzalem op - omdat zij tegen de HEERE in opstand gekomen waren -

3met twaalfhonderd wagens, zestigduizend ruiters en ontelbaar veel volk dat met hem meekwam uit Egypte: Libiërs, Suchieten en Kushieten.

4Hij nam de versterkte steden van Juda in en kwam tot bij Jeruzalem.

5Toen kwam de profeet Semaja bij Rehabeam en de vorsten van Juda, die in Jeruzalem bijeen waren vanwege Sisak, en hij zei tegen hen: “Zo zegt de HEERE: ‘Omdat jullie Mij verlaten hebben, dáárom heb Ik ook jullie verlaten en jullie overgegeven in de hand van Sisak.’ ”

6Toen vernederden de vorsten van Israël en de koning zich en zij zeiden: “De HEERE is rechtvaardig!”

7Toen de HEERE zag dat zij zich vernederden, kwam het woord van de HEERE tot Semaja en het luidde: “Zij hebben zich vernederd. Ik zal hen niet vernietigen, maar Ik zal hun spoedig uitkomst brengen, zodat mijn woede niet door de hand van Sisak over Jeruzalem uitgegoten zal worden,

8maar zij zullen hem tot dienaren zijn, opdat zij het verschil tussen de dienst aan Mij en de dienst aan de koninkrijken van de landen zullen leren kennen.”

9En Sisak, de koning van Egypte, trok tegen Jeruzalem op en nam de schatten van het Huis van de HEERE en de schatten van het huis van de koning mee. Alles nam hij mee en hij nam ook alle gouden schilden mee, die Salomo gemaakt had.

10Daarvoor in de plaats maakte Rehabeam koperen schilden en gaf die in handen van de oversten van de snelle lijfwachten die de ingang van het huis van de koning bewaakten.

11Wanneer de koning het Huis van de HEERE binnenging, kwamen de snelle lijfwachten en zij droegen ze met zich mee en brachten ze ook weer terug in de kamer van de snelle lijfwachten.

12Toen Rehabeam zich vernederde, wendde de toorn van de HEERE zich van hem af, zodat Hij hem niet helemaal vernietigde. Er waren ook nog wel goede dingen in Juda.

13Koning Rehabeam kreeg weer macht in Jeruzalem en hij bleef regeren, want Rehabeam was eenenveertig jaar toen hij koning werd. Hij regeerde zeventien jaar in Jeruzalem, de stad, die de HEERE uit alle stammen van Israël uitgekozen had om zijn Naam daar te vestigen. De naam van zijn moeder was Naäma, de Ammonitische.

14Hij deed wat kwaad is, omdat hij zijn hart er niet op zette om de HEERE te zoeken.

15De geschiedenissen van Rehabeam, de eerste en de laatste, en ook de voortdurende oorlogen tussen Rehabeam en Jerobeam, zijn die niet ten behoeve van de familieregisters opgeschreven in de woorden van Semaja, de profeet, en van Iddo, de ziener?

16Rehabeam ging bij zijn vaderen te ruste en hij werd begraven in de stad van David. Zijn zoon Abia werd koning in zijn plaats.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help