Psalmen 44 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

1Voor de koorleider. Van de zonen van Korach. Een overdenking.

2 O GOD, wij hebben het met onze eigen oren gehoord,

onze vaderen hebben het ons verteld:

U hebt een werk gedaan in hun dagen,

in de dagen van vroeger.

3U hebt de volken met uw hand uit hun erfdeel verdreven,

maar hen hebt U daarin geplant.

U hebt volkeren kwaad aangedaan,

U hebt hen verspreid.

4Zij echter hebben het land niet door hun zwaard beërfd,

hun arm heeft hun geen redding gebracht,

maar uw rechterhand, uw arm en het licht van uw aangezicht,

omdat U hen goedgezind was.

5Uzelf bent mijn Koning, o GOD!

Geef toch bevel voor de uitreddingen van Jakob.

6Met U zullen wij hen, die ons benauwen, omstoten,

in uw Naam zullen wij hen, die tegen ons opstaan, vertrappen.

7Want op mijn boog vertrouw ik niet,

mijn zwaard zal mij niet redden.

8Want U hebt ons gered van hen die ons benauwen,

hen die ons haten hebt U beschaamd gemaakt.

9GOD loven wij de hele dag,

uw Naam zullen wij danken tot in eeuwigheid. Sela.

10Maar nu hebt U ons verstoten en te schande gemaakt,

U trekt niet met onze legermachten uit.

11U laat ons terugdeinzen voor wie ons benauwt,

zij die ons haten roven van alles voor zich.

12U geeft ons weg als schapen om op te eten,

U verstrooit ons onder de volken.

13Voor niets verkoopt U uw volk,

van hun verkoop hebt U geen voordeel.

14U maakt ons tot smaad voor onze buren,

tot spot en hoon voor wie ons omringen.

15U maakt ons tot een spreekwoord onder de volken,

U maakt dat men onder de volkeren het hoofd over ons schudt.

16De hele dag staat mijn schande mij voor ogen,

bedekt schaamte mijn gezicht,

17vanwege de stem van hen die honen en lasteren,

vanwege de vijand en de wraakzuchtige.

18Dit alles is ons overkomen, maar wij hebben U niet vergeten,

wij hebben niet bedrieglijk tegen uw Verbond gehandeld.

19Ons hart heeft zich niet achterwaarts gewend,

onze schreden zijn niet van uw pad afgeweken,

20ook al hebt U ons verpletterd in de woonplaats van jakhalzen,

ons met de schaduw van de dood overdekt.

21Als wij de Naam van onze GOD hadden vergeten,

onze handen naar een vreemde god hadden uitgestrekt,

22zou GOD dat dan niet onderzoeken?

Hij kent immers de geheimen van het hart.

23Want om U worden wij de hele dag gedood,

wij worden als slachtschapen beschouwd.

24Waak op, waarom zou U slapen, mijn Heer?

Ontwaak, verwerp ons niet voor eeuwig.

25Waarom zou U uw aangezicht verbergen,

onze ellende en onze onderdrukking vergeten?

26Want onze ziel is in het stof neergebogen,

onze buik kleeft aan de aarde.

27Sta op, kom ons te hulp,

koop ons vrij omwille van uw liefdevolle trouw.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help