Openbaring 19 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

Het lied op de val van Babel

1Hierna hoorde ik een geweldig geluid van vele menigten in de hemel, die zeiden:

“Hallelu-Jah!

Verlossing, heerlijkheid en kracht zijn aan onze GOD,

2 want zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig,

omdat Hij de grote hoer geoordeeld heeft,

die de aarde verwoest heeft met haar hoererij,

en Hij heeft het bloed van zijn dienaren uit haar hand opgeëist.”

3Zij zeiden opnieuw:

“Hallelu-Jah!”

En haar rook stijgt op tot in alle eeuwigheid.

4De vierentwintig oudsten en de vier levende wezens vielen neer en aanbaden onze GOD, die op de troon zit, en zij zeiden:

“Amen, Hallelu-Jah!”

5En er kwam een stem vanaf de troon die zei:

“Loof onze GOD, al zijn dienaren

en allen die zijn Naam vrezen,

zowel de kleinen als de groten!”

De Bruiloft van het Lam

6En ik hoorde een geluid als dat van vele menigten en als het geluid van vele wateren en als het geluid van machtige donderslagen en zij zeiden:

“Hallelu-Jah, want de HEERE GOD,

de Almachtige, heerst.

7 Wij verheugen ons en vieren feest

en wij bewijzen Hem eer,

want het Bruiloftsfeest van het Lam is gekomen

en zijn vrouw heeft zich voorbereid

8 en haar is het gegeven

om met rein, blinkend fijn linnen bekleed te worden,

want dit linnen zijn de rechtvaardige daden van de heiligen.”

9Zij zeiden tegen mij:

“Schrijf: Gelukkig zijn zij, die geroepen zijn

tot de maaltijd van het Bruiloftsfeest van het Lam!”

Daarop zei iemand tegen mij:

“Dit zijn de waarachtige woorden van GOD.”

10Ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij:

“Nee, doe dat niet! Ik ben een mededienaar van jou en van je broeders die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid GOD, want het getuigenis van Jezus is de Geest van de profetie.”

De Ruiter op het witte paard

11 Daarop zag ik de hemel geopend, en zie, een wit paard en Hij die daarop zat, wordt genoemd ‘Trouw!’ en ‘Waarachtig!’ en Hij oordeelt in gerechtigheid en voert oorlog.

12Zijn ogen waren als vlammen van vuur en op zijn hoofd waren vele kronen en op Hem was de Naam geschreven, die niemand kent dan Hij alleen.

13Hij droeg een kleed dat in bloed gedompeld was en zijn Naam luidt: ‘Het Woord van GOD’.

14De hemelse legermachten volgden Hem op witte paarden, gekleed in wit en rein linnen

15Uit hun monden kwamen scherpe zwaarden, waarmee zij de volken zullen doden, en Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf zal de wijnpers treden van de toorn van GOD, de Almachtige.

16En op zijn kleed en op zijn dijen stond deze Naam geschreven: ‘Koning van de koningen’ en ‘Heer van de heren.’

17En ik zag een andere engel in de zon staan. Hij riep met luide stem en zei tegen de vogels, die in het midden van de hemel vlogen:

“Kom, verzamel je

voor de grote maaltijd van GOD,

18 om het vlees van koningen te eten,

het vlees van oversten over duizend,

het vlees van sterken,

het vlees van paarden

en van hen die daarop zitten,

het vlees van vrijen en van slaven,

van kleinen en van groten.”

19En ik zag het beest en zijn legermachten en de koningen van de aarde en hun soldaten, die zich verzameld hadden om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen zijn soldaten.

20Het beest werd gegrepen en met hem de valse profeet, die voor zijn ogen de tekenen had gedaan, waardoor hij hen verleidde, die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbaden. Deze twee daalden af en werden in de zee van vuur geworpen, die ook brandt van zwavel.

21Maar de overigen werden gedood door het zwaard, dat uit de mond komt van Hem die zit op het paard. En alle roofvogels werden verzadigd van hun vlees.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help