1De HEERE zei tegen mij: “Ga weer heen, bemin de vrouw die de geliefde is van haar vriend, maar overspel pleegt, net zoals de HEERE de zonen van Israël bemint, terwijl zij zich afkeren naar andere goden en van gewijde rozijnenkoeken houden.”
2 Dus kocht ik haar voor mij voor vijftien zilverstukken en een anderhalve homer gerst.
3Ik zei tegen haar: “Dagenlang zul je bij mij zitten. Je mag geen overspel plegen en je zult aan geen andere man toebehoren en ik zal ook niet bij jou komen.”
4Want de zonen van Israël zullen vele dagen blijven zitten zonder koning, zonder vorst, zonder offer, zonder gewijde zuil en zonder priestertuniek en afgodsbeelden.
5Daarna zullen de zonen van Israël zich bekeren en zij zullen de HEERE, hun GOD zoeken en David, hun koning. In het laatst van de dagen zullen zij zich bevend tot de HEERE en zijn goedheid keren.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.