Exodus 38 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

1Hij maakte het brandofferaltaar van acaciahout met een lengte van vijf el, een breedte van vijf el, een vierkant, en de hoogte ervan was drie el.

2Op de vier hoeken ervan maakte hij de horens. De horens vormden er één geheel mee. Hij overtrok het met koper.

3Hij maakte alle voorwerpen voor het altaar: de potten, de scheppen, de sprenkelkommen, de vorken en de vuurschalen, alle voorwerpen maakte hij van koper.

4Hij maakte een raster, een koperen rasterwerk voor het altaar, onder de opstaande rand ervan, vanaf de onderkant tot halverwege.

5Hij goot vier ringen voor de vier uiteinden van het koperen raster, als houders voor de draagstokken.

6Hij maakte de draagstokken van acaciahout en overtrok ze met koper.

7Hij stak de draagstokken in de ringen aan de zijkanten van het altaar om het ermee te dragen. Hij maakte het van planken als een holle ruimte.

8Hij maakte het koperen wasvat

met zijn koperen voetstuk van de spiegels van de groep vrouwen, die aangesteld waren om dienst te doen bij de ingang van de Tent van de Ontmoeting.

9Hij maakte de voorhof. Aan de zuidzijde, op het zuiden, waren de zeildoeken van de voorhof van getwijnd fijn linnen, honderd el lang.

10De bijbehorende twintig zuilen en twintig voetstukken waren van koper. De haken van de zuilen en hun verbindingsstaven waren van zilver.

11Aan de noordzijde waren zeildoeken met een lengte van honderd el met de bijbehorende twintig zuilen en hun twintig voetstukken van koper. De haken van de zuilen en hun verbindingsstaven waren van zilver.

12Aan de westzijde waren de zeildoeken vijftig el lang, met hun tien zuilen en hun tien voetstukken. De haken van de zuilen en hun verbindingsstaven waren van zilver.

13Aan de oostzijde, aan de kant van de zonsopgang, waren de gordijnen vijftig el lang.

14De zeildoeken aan de ene kant waren vijftien el lang met de drie bijbehorende zuilen en hun drie voetstukken.

15En zo ook aan de andere kant. Aan de ene en aan de andere kant vóór de ingang tot de voorhof, waren de zeildoeken vijftien el lang, met de drie bijbehorende zuilen en hun drie voetstukken.

16Alle zeildoeken om de voorhof heen waren van getwijnd fijn linnen.

17De voetstukken van de zuilen waren van koper, de haken van de zuilen en hun verbindingsstangen van zilver en het beslag op de koppen was ook van zilver en alle zuilen van de voorhof hadden zilveren verbindingsstangen.

18Het gordijn voor de poort van de voorhof was gemaakt van borduurwerk, van purperblauw, purperrood en scharlakenrood garen en van getwijnd fijn linnen. Twintig el was de lengte en vijf el de hoogte over de hele breedte van de voorhof, net als de zeildoeken van de voorhof.

19De vier zuilen en hun vier voetstukken waren van koper, hun haken van zilver en het beslag op de koppen en de verbindingsstaven ervan waren van zilver.

20Al de pinnen van de Woning en van de voorhof eromheen waren van koper.

21 Dit zijn de bestedingen voor de Woning, de Woning van de Getuigenis, die in opdracht van Mozes werden geteld door de dienst van de Levieten, door de hand van Ithamar, de zoon van Aäron, de priester.

22Bezaleël, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda, maakte alles wat de HEERE aan Mozes had opgedragen.

23Aholiab, de zoon van Ahisamach, uit de stam Dan, was bij hem. Hij was graveerder en een kundig vakman, een man die borduurwerk maakte met purperblauw, purperrood en scharlakenrood garen en met fijn linnen.

24Al het goud dat zij voor het werk gebruikten bij al het werk aan het Heiligdom, dat wil zeggen het goud van de beweegoffers, bestond uit negenentwintig talent en zevenhonderddertig sjekel naar de heilige sjekel.

25 Het zilver van de getelden van de gemeente bedroeg honderd talent en duizend zevenhonderdvijfenzeventig sjekel, naar de heilige sjekel.

26Een ‘beka’ per persoon, dat is een halve sjekel naar de heilige sjekel, van ieder die overstak naar de getelden, van twintig jaar oud en daarboven, voor zeshonderddrieduizend vijfhonderdvijftig man.

27De honderd talenten zilver dienden om daaruit de voetstukken van het Heiligdom en de voetstukken van het voorhangsel te gieten: honderd voetstukken uit honderd talent, dat wil zeggen één talent per voetstuk.

28Van de duizend zevenhonderdvijfenzeventig sjekel maakte hij de haken voor de zuilen. Hij overtrok de koppen ervan en maakte de verbindingsstangen eraan vast.

29 Het koper van de beweegoffers was zeventig talent en tweeduizend vierhonderd sjekel.

30Daarmee maakte hij de voetstukken van de ingang tot de Tent van de Ontmoeting, het koperen altaar, het koperen raster ervan en alle voorwerpen van het altaar,

31de voetstukken van de zuilen om de voorhof heen, de voetstukken van de poort van de voorhof, alle pinnen van de Woning en alle pinnen van de zuilen om de voorhof heen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help