1Voor de koorleider. Van de zonen van Korach.
Met hooggestemde harpen. Een lied.
2GOD is ons een toevlucht en sterkte.
Hij is een buitengewone hulp gebleken in benauwdheden.
3Daarom zullen wij niet vrezen, al verandert de aarde van gedaante,
al storten de bergen in het hart van de zeeën,
4al bruisen en schuimen hun wateren,
al beven de bergen door hun onstuimigheid! Sela.
5De beken van de rivier zullen de stad van GOD verblijden,
het Heiligdom van de Woningen van de Allerhoogste.
6GOD is in haar midden, zij zal niet wankelen,
GOD zal haar helpen bij het aanbreken van de morgen.
7Volken woelden, koninkrijken kwamen in beweging.
Hij liet zijn stem horen, de aarde smolt.
8De HEERE van de legermachten is met ons,
de GOD van Jakob is een hoge burcht voor ons. Sela.
9Kom, aanschouw de daden van de HEERE,
Hij die verschrikkingen over de aarde brengt.
10Hij doet de oorlogen ophouden tot aan het einde van de aarde.
De boog verbreekt Hij en de lans slaat Hij in stukken,
de wagens verbrandt Hij met vuur.
11Houd ermee op! Weet dat Ik GOD ben.
Ik zal verhoogd worden onder de volken,
Ik zal verhoogd worden op aarde.
12De HEERE van de legermachten is met ons,
de GOD van Jakob is een hoge burcht voor ons. Sela.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.