Ruth 2 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

Ruth op de akker van Boaz

1Naomi had een bloedverwant van de kant van haar man. Het was een man met een groot bezit uit de familie van Elimelech en zijn naam was Boaz.

2Ruth, de Moabitische, zei tegen Naomi: “Laat mij toch het veld ingaan en aren rapen achter degene in wiens ogen ik genade vind.” En zij zei tegen haar: “Ga, mijn dochter!”

3Zij ging op weg en kwam ergens en raapte aren in het veld achter de maaiers. Het kwam zo uit dat zij terechtkwam op een deel van het veld van Boaz, die uit de familie van Elimelech was.

4En zie, Boaz kwam uit Bethlehem en zei tegen de maaiers: “De HEERE zij met jullie!” en zij zeiden tegen hem: “De HEERE zegene u!”

5Daarop zei Boaz tegen zijn knecht die over de maaiers was gesteld: “Bij wie hoort deze jonge vrouw?”

6De knecht die over de maaiers was gesteld, antwoordde en zei: “Zij is de jonge Moabitische vrouw, die met Naomi is teruggekeerd uit het veld van Moab.

7Zij heeft gezegd: ‘Laat mij toch aren rapen en verzamelen bij de schoven achter de maaiers!’ Zij is gekomen en doorgegaan met werken vanaf vanmorgen tot nu toe. Ze zit maar heel weinig thuis.”

8Boaz zei tegen Ruth: “Je hebt me wel gehoord toch, mijn dochter! Ga niet op een ander veld rapen, ga hier niet weg, maar sluit je aan bij de jonge vrouwen die bij mij werken.

9Houd je ogen gericht op het veld dat zij aan het maaien zijn en ga achter hen aan. Ik heb de knechten geboden je niet aan te raken. Als je dorst hebt, ga dan naar de vaten en drink van wat de knechten hebben geput.”

10Toen liet zij zich voorover neervallen, knielde ter aarde neer en zei tegen hem: “Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, dat u aandacht aan mij schenkt, terwijl ik een vreemdelinge ben?”

11Boaz antwoordde en zei tegen haar: “Men heeft mij uitvoerig verteld wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man en dat je je vader en je moeder en je geboorteland verlaten hebt en naar een volk bent gegaan dat je eerder niet kende.

12Mag de HEERE je weldaad vergelden en mag jij je volle loon ontvangen van de HEERE, de GOD van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen.”

13Toen zei zij: “Laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer, omdat u mij getroost hebt en tot het hart van uw slavin gesproken hebt, hoewel ik niet ben als één van uw slavinnen.”

14Tegen etenstijd zei Boaz tegen haar: “Kom hier en eet van het brood en doop je stuk brood in de azijn.” Zij ging naast de maaiers zitten en hij reikte haar geroosterd graan aan en zij at en werd verzadigd en hield zelfs over.

15Toen zij opstond om weer te gaan rapen, gebood Boaz zijn knechten en zei: “Laat haar ook tussen de schoven oprapen en val haar niet lastig!

16Trek bovendien geregeld wat van de bundels voor haar los, laat die liggen en laat haar die oprapen en berisp haar niet.”

17Zij was op het veld aan het rapen tot aan de avond. Wat zij opgeraapt had, klopte ze uit. Het was ongeveer een efa gerst.

18Zij pakte het op en ging de stad in en haar schoonmoeder zag wat zij opgeraapt had. Ook haalde ze tevoorschijn wat ze van haar overvloedige maaltijd had overgehouden en gaf het aan haar.

19Toen zei haar schoonmoeder tegen haar: “Waar ben je vandaag wezen rapen en waar heb je gewerkt? Mag degene die naar je heeft omgezien, gezegend worden!” En zij vertelde haar schoonmoeder bij wie zij gewerkt had en zei: “ De naam van de man bij wie ik vandaag gewerkt heb, is Boaz.”

20Toen zei Naomi tegen haar schoondochter: “Gezegend zij hij door de HEERE, die zijn liefdevolle trouw niet onthouden heeft aan de levenden en de doden!” Naomi zei ook tegen haar: “Die man is aan ons verwant, hij is één van onze lossers.”

21En Ruth, de Moabitische, zei: “Bovendien heeft hij tegen mij gezegd: ‘Je moet dicht bij mijn knechten blijven, totdat zij met heel mijn oogst klaar zijn.’ ”

22Naomi zei tegen haar schoondochter Ruth: “Het is goed, mijn dochter, dat je met zijn jonge vrouwen mee uittrekt, opdat ze je op een ander veld niet lastig vallen.”

23En zij bleef dicht bij de jonge vrouwen die bij Boaz in dienst waren om aren te rapen, totdat de gersteoogst en de tarweoogst klaar waren en zij bleef bij haar schoonmoeder wonen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help