Spreuken 16 - EBV24 een eigentijdse Bijbelvertaling(EBV24)

1De mens heeft overleggingen in zijn hart,

maar het antwoord van de tong is van de HEERE.

2Alle wegen van een man zijn zuiver in zijn eigen ogen.

maar de HEERE toetst de geesten.

3Wentel je werken op de HEERE,

dan zullen je plannen bevestigd worden.

4De HEERE heeft alles gemaakt met zijn eigen doel,

zelfs de boosdoener voor de dag van het kwaad.

5Ieder die hooghartig is, is een gruwel voor de HEERE,

de hand erop, hij zal niet onschuldig geacht worden.

6Door liefdevolle vriendschap en trouw wordt onrecht verzoend,

en door vrees voor de HEERE mijdt men het kwaad.

7Als de wegen van een man de HEERE bevallen,

zal Hij ook zijn vijanden vrede met hem doen sluiten.

8Beter is een weinig met gerechtigheid,

dan veel inkomsten zonder recht.

9Het hart van een mens overdenkt zijn weg,

maar de HEERE bestuurt zijn schreden.

10Het beslissende oordeel is op de lippen van de koning,

zijn mond zal niet overtreden bij de rechtspraak.

11Een juiste waag en weegschalen zijn van de HEERE,

alle weegstenen in de buidel zijn zijn werk.

12Het is een gruwel voor koningen om kwaad te doen,

want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd.

13Lippen vol gerechtigheid behagen koningen,

wie oprecht spreekt, heeft hij lief.

14De woede van een koning is als doodsengelen,

maar een wijze man zal die doen bedaren.

15In het licht van het gelaat van de koning is leven,

zijn welgevallen is als een wolk met late regen.

16Hoeveel beter is het om wijsheid te verwerven dan glinsterend goud,

hoeveel meer is het verkrijgen van inzicht te verkiezen boven zilver!

17Verheven weg van oprechten ontwijkt het kwaad.

Wie op zijn weg let, waakt over zijn ziel.

18Trots gaat aan gebrokenheid vooraf,

en hoogmoed komt vóór de val.

19Het is beter zachtmoedig van geest te zijn met verdrukten,

dan roof te delen met hoogmoedigen.

20Wie een zaak goed overdenkt, zal het goede vinden,

wie op de HEERE vertrouwt, is gelukkig.

21Wie wijs van hart is, zal verstandig genoemd worden

en zoetheid van lippen zal het begrip doen toenemen.

22Het verstand is voor zijn bezitter een bron van leven,

maar de vermaning van dwazen is dwaasheid.

23Het hart van een wijze maakt zijn mond verstandig,

van zijn lippen zal men meer aannemen.

24Lieflijke woorden zijn als een honingraat,

zij zijn zoet voor de ziel en genezing voor het gebeente.

25Soms schijnt een weg iemand recht,

maar het einde ervan zijn wegen die leiden naar naar de dood.

26De honger van een arbeider werkt voor hem,

want zijn mond spoort hem aan.

27Een man van niets graaft kwaad op,

op zijn lippen brandt het als een verzengend vuur.

28Een man vol draaierijen veroorzaakt ruzie,

een roddelaar brengt scheiding tussen de beste vrienden.

29Een gewelddadig man misleidt zijn naaste

hij leidt hem op een weg die niet goed is.

30Hij sluit zijn ogen om allerlei bedrog uit te denken,

hij knijpt zijn lippen samen, zie het kwaad is al uitgevoerd.

31Grijsheid is een sierlijke kroon,

zij is te vinden op de weg van gerechtigheid.

32Wie erg geduldig is, is beter dan wie geweldig sterk is,

wie zijn geest beheerst, is beter dan wie een stad inneemt.

33Het lot wordt in de schoot geworpen,

maar elke beslissing komt van de HEERE.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help