1Een van de zeven engelen met de zeven schalen kwam naar mij toe en zei tegen mij: "Kom, dan zal ik je laten zien wat het oordeel is over de grote hoer die op vele wateren zit17:1 vgl Jer 51:13
2en met wie de koningen van de aarde ontucht hebben bedreven. De bewoners van de aarde zijn dronken geworden van de wijn van haar ontucht."17:2 vgl Jer 51:7
3Hij nam mij in de geest mee naar een woestijn en ik zag een vrouw op een scharlakenrood beest zitten dat volgeschreven was met godslasterlijke namen. Het had zeven koppen en tien horens.17:3 vgl Op 13:1
4De vrouw was gekleed in purper en scharlaken en was getooid met goud, edelstenen en parels. In haar hand hield ze een gouden beker,17:4 vgl Jer 51:7 gevuld met de gruwelijkheden en onreinheden van haar ontucht.
5Op haar voorhoofd stond een naam geschreven met een verborgen betekenis: 'Het grote Babylon, de moeder van alle hoeren en van alle gruwelijkheden op aarde.'
6En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus.
Ik was verbijsterd toen ik haar zag.
7De engel zei tegen mij: "Waarom ben je verbijsterd? Ik zal je vertellen wat de verborgen betekenis is van de vrouw en van het beest dat haar draagt en dat de zeven koppen en de tien horens heeft.
8Het beest dat je hebt gezien, was, maar is niet. Het zal opkomen uit de bodemloze afgrond, maar zal ten onder gaan. En de bewoners van de aarde van wie de namen niet sinds de grondlegging van de wereld staan opgeschreven in het Boek van het leven, zullen zich verbazen als ze het beest zien dat was, maar niet is, hoewel het is.
9– Hier zijn wijsheid en inzicht nodig – De zeven koppen zijn zeven bergen waarop de vrouw zit.
10Ook zijn het zeven koningen: vijf van hen zijn gevallen, één is er, en één is nog niet gekomen. En wanneer hij komt, zal hij maar korte tijd blijven.
11En het beest dat was maar niet is, is een achtste koning, maar behoort tot de zeven, en gaat ten onder.
12De tien horens die je zag, zijn tien koningen17:12 vgl Dan 7:24 die de koninklijke macht nog niet ontvangen hebben, maar die straks één uur de macht zullen krijgen, samen met het beest.
13Ze zijn eensgezind en dragen hun macht en kracht over aan het beest.
14Ze zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen – want Hij is de machtigste Heer en de hoogste Koning – met degenen die bij Hem zijn, die door Hem zijn geroepen en uitgekozen, de gelovigen."
15En hij zei tegen mij: "De wateren die je hebt gezien en waarop de hoer zit, zijn volken en menigten en landen en talen.
16En de tien horens die je op het beest zag, zullen de vrouw haten. Ze zullen haar plunderen en naakt uitkleden. Ze zullen haar vlees eten en haar verbranden.
17Want God heeft hun in het hart ingegeven zijn plan uit te voeren, zodat ze eensgezind zijn en hun koningschap overdragen aan het beest, totdat de woorden van God vervuld zijn.
18De vrouw die je zag, is de grote stad die de heerschappij voert over de koningen van de aarde."
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.