1 geworden. Ze houden hun oren doof en hun ogen dicht, omdat ze met hun ogen niets willen zien, met hun oren niets willen horen en met hun hart niets willen begrijpen. Want ze willen zich niet bekeren en zich niet door Mij laten genezen.'
16Maar jullie ogen zijn gezegend, omdat ze zien. En jullie oren zijn gezegend, omdat ze horen.
17Want Ik verzeker jullie dat vele profeten en rechtvaardigen ernaar hebben verlangd te zien wat jullie zien, maar ze hebben het niet gezien; en ze verlangden ernaar te horen wat jullie horen, maar ze hebben het niet gehoord."
Uitleg van de gelijkenis van de zaaier18 Mar 4:13-20 | Luk 8:11-15 "Luister nu naar de gelijkenis van de zaaier.
19Als iemand de boodschap van het Koninkrijk hoort maar niet begrijpt, komt de boosaardige en trekt uit wat er in zijn hart was gezaaid. Bij hem is het zaad langs de weg gezaaid.
20Degene bij wie het zaad op rotsachtige grond valt, is iemand die het woord hoort en het meteen met vreugde aanneemt,
21maar doordat het niet in hem geworteld is, is hij iemand van het ogenblik. Als er verdrukking of vervolging komt omwille van het woord, komt hij onmiddellijk ten val.
22Degene bij wie het zaad tussen de distels valt, is iemand die het woord gehoord heeft, maar bij wie de zorgen van deze wereld en de verleiding van rijkdom het verstikken, zodat het geen vrucht draagt.
23Degene bij wie het zaad in goede aarde valt, is iemand die het woord hoort, het begrijpt en ook vrucht draagt, de een honderdvoudig, een ander zestigvoudig en weer een ander dertigvoudig."
De gelijkenis van het onkruid op de akker24Hij hield hun nog een gelijkenis voor: "Het Koninkrijk van de hemel is te vergelijken met een man die goed zaad in zijn akker had gezaaid.
25Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en vertrok.
26Toen de tarwe opgekomen was en vrucht gezet had, bleek dat er ook onkruid tussen stond.
27De knechten gingen naar de eigenaar en zeiden tegen hem: 'U had toch goed zaad in uw akker gezaaid, heer? Waar komt dan dat onkruid vandaan?'
28Hij zei tegen hen: 'Een vijandig mens heeft dat gedaan.' De knechten vroegen hem: 'Wilt u dat we het onkruid verzamelen?'
29Hij zei: 'Nee, want bij het uittrekken van het onkruid trekken jullie misschien ook tarwe uit.
30Laat het maar samen opgroeien tot de oogst. In de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: 'Verzamel eerst het onkruid, bundel het en verbrand het, maar verzamel de tarwe in mijn schuur.' "
Nog meer gelijkenissen: mosterdzaad en zuurdesem31 Mar 4:30-32 | Luk 13:18-21 Jezus hield hun nog een gelijkenis voor: "Het Koninkrijk van de hemel is te vergelijken met een mosterdzaadje dat iemand in zijn akker zaaide.
32Het is wel een van de kleinste zaden, maar het groeit uit tot de grootste plant onder de tuinkruiden: het wordt een boom waar de vogels in de takken komen nestelen."
33Hij vertelde hun nog een gelijkenis: "Het Koninkrijk van de hemel is te vergelijken met een beetje zuurdesem dat een vrouw door drie maten meel mengde tot al het deeg gezuurd was."
34Al deze dingen vertelde Jezus in gelijkenissen aan de menigte. Hij vertelde hun niets zonder een gelijkenis te gebruiken,
35Ps 78:2opdat in vervulling zou gaan wat door de profeet gezegd is: 'Ik zal spreken in gelijkenissen. Ik zal dingen bekendmaken die sinds de grondlegging van de wereld verborgen zijn geweest.'
Uitleg van de gelijkenis van het onkruid op de akker36Toen stuurde Jezus de menigte weg en ging naar huis. Zijn leerlingen kwamen naar Hem toe en vroegen: "Wilt U ons de gelijkenis van het onkruid op de akker uitleggen?"
37Hij antwoordde: "Degene die het goede zaad zaait, is de Mensenzoon.
38De akker is de wereld. Het goede zaad zijn de mensen die tot het Koninkrijk behoren. Het onkruid zijn degenen die bij de boosaardige horen.
39De vijand die het onkruid heeft gezaaid, is de duivel. De oogst is de voltooiing van de wereld en de maaiers zijn de engelen.
40Zoals het onkruid wordt verzameld en verbrand, zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld.
41De Mensenzoon zal zijn engelen uitsturen om uit zijn Koninkrijk alle mensen te verzamelen die anderen tot zonde hebben aangezet en onrecht doen.
42Ze zullen hen in de brandende oven werpen. Daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
43Maar de rechtvaardigen zullen in het Koninkrijk van hun Vader stralen als de zon. Heb je oren, zorg dan dat je hoort!"
Gelijkenissen van de verborgen schat, de parel, het visnet44"Het Koninkrijk van de hemel is ook te vergelijken met een schat die in een akker verborgen lag. Iemand vond die schat; hij dekte hem weer toe, ging verheugd naar huis, verkocht alles wat hij had en kocht die akker.
45Het Koninkrijk van de hemel is ook te vergelijken met een koopman die mooie parels zocht.
46Toen hij een zeer kostbare parel gevonden had, ging hij naar huis, verkocht alles wat hij had en kocht die parel.
47Ook is het Koninkrijk van de hemel te vergelijken met een visnet dat in zee uitgeworpen wordt en allerlei soorten vis bijeenbrengt.
48Wanneer het net vol is, trekken de vissers het op de oever. Ze gaan zitten en verzamelen de goede vissen in manden, maar de slechte gooien ze weg.
49Zo zal het gaan bij de voltooiing van de wereld: de engelen zullen uitgaan en de slechte mensen scheiden van de rechtvaardige
50en hen in de brandende oven werpen. Daar zal gejammer zijn en tandengeknars."
51Jezus vroeg hun: "Hebben jullie alles begrepen?" Ze antwoordden Hem: "Ja, Heer."
52Toen zei Hij: "Daarom is iedere schriftgeleerde die een leerling is geworden van het Koninkrijk van de hemel te vergelijken met een heer des huizes die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt."
53Nadat Jezus deze gelijkenissen had verteld, vertrok Hij daar.
Het ongeloof in Nazaret54 Mar 6:1-6 Toen Jezus in zijn vaderstad kwam, gaf Hij de mensen daar onderricht in hun synagoge. Ze waren verbijsterd en zeiden: "Waar heeft Hij die wijsheid en die bijzondere krachten vandaan?
55Hij is toch de Zoon van de timmerman? Zijn moeder is toch Maria? Jakobus, Joses, Simon en Judas zijn toch zijn broers?
56En zijn zussen wonen toch ook hier bij ons? Waar heeft Hij dat dan allemaal vandaan?"
57En ze ergerden zich aan Hem. Maar Jezus zei tegen hen: "Alleen in zijn vaderstad en binnen zijn eigen familie wordt een profeet niet erkend."
58En Hij deed daar niet veel wonderen, vanwege hun ongeloof.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.