1Doe dus alles wat kwaad is uit jullie leven weg, alle bedrog, huichelarij, afgunst en kwaadsprekerij,
2en verlang als pasgeboren kinderen naar de ware, onverdunde melk, opdat jullie zullen opgroeien.
3Een voorbeeld voor de ongelovigen
11Geliefde broeders en zusters, omdat jullie gasten en vreemdelingen zijn in deze wereld, druk ik jullie op het hart niet langer toe te geven aan de verlangens van je menselijke natuur die je ziel aanvallen.
12Zorg voor een zuivere levenswandel te midden van de ongelovigen die kwaad van jullie spreken en jullie belasteren, opdat zij jullie goede daden zullen zien en God zullen grootmaken op de dag dat Hij komt.
13Schik je onder elk menselijk gezag, omwille van de Heer: of het nu gaat om dat van de keizer, het hoogste gezag,
14of om het gezag van de stadhouders, zijn afgevaardigden, die door hem zijn aangesteld om te straffen wie kwaad doen en te prijzen wie goed doen.
15Want het is de wil van God dat jullie, door goede daden te doen, de onwetendheid van mensen zonder inzicht de mond snoeren.
16Jullie zijn wel vrije mensen, maar misbruik die vrijheid niet als voorwendsel voor het doen van kwaad, maar gebruik die vrijheid om God te dienen.
17Respecteer iedereen, heb je broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en respect voor de keizer.
18Slaven, schik je met respect onder het gezag van jullie meesters, niet alleen de goede en vriendelijke, maar ook de onrechtvaardige.
19Want het is een blijk van Gods genade als iemand, omwille van zijn geweten, ten onrechte voor God leed moet verdragen.
20Want is er enige reden tot trots als je leed verdraagt omdat je verkeerd hebt gedaan en daarvoor slaag krijgt? Maar als je moet lijden terwijl je goed gedaan hebt en je dat geduldig verdraagt, mag je dat als een blijk van God genade beschouwen.
21Want dat is waartoe jullie zijn geroepen, omdat Christus ook omwille van ons heeft geleden en ons daarmee het voorbeeld heeft gegeven. Volg dus in de voetstappen van Hem
22Jes 53:4-12die geen zonde begaan heeft en in wiens mond geen bedrog is geweest,
23die niet terugschold als Hij uitgescholden werd, en die geen dreigementen uitte als hem leed werd aangedaan, maar het overgaf aan Hem die rechtvaardig oordeelt.
24Hij droeg Zelf onze zonden in zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, nu dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen hebben jullie genezing ontvangen.
25Want vroeger waren jullie als verdwaalde schapen, maar nu hebben jullie je bekeerd tot de Herder en Behoeder van jullie ziel.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.