1"Zie, een Koning zal heersen in gerechtigheid, de leiders zullen regeren overeenkomstig het recht.
2Ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind, als een schuilplaats tegen de slagregen, als een beek vol water in een dorre streek, als de schaduw van een grote rots in een woestijn.
3De ogen van hen die zien, zullen aandachtig blijven kijken. De oren van hen die horen, zullen opmerkzaam luisteren.
4Het hart van wie onverstandig zijn, zal inzicht krijgen. De tong van wie stamelen, zal duidelijk kunnen spreken.
5Dan wordt een dwaas niet meer nobel genoemd, een gewetenloos man niet meer edelmoedig.
6Want een dwaas spreekt dwaasheid en zijn hart is uit op kwaad. Hij begaat goddeloosheid en spreekt leugens over de Heer. Wie hongerig zijn laat hij hongeren en wie dorstig zijn laat hij dorst lijden.
7Alle middelen van een gewetenloos man zijn slecht: hij bedenkt schandelijke praktijken om de arme met leugens te gronde te richten en de behoeftige zijn recht te ontnemen.
8Maar een nobel mens maakt nobele plannen en zet zich in voor alles wat nobel is."
Eerst onheil over Jeruzalem, daarna heil9"Sta op, zorgeloze vrouwen, luister naar mij. Onbezorgde dochters, zet je oren open voor mijn woorden.
10Over een jaar en een paar dagen is het met jullie zorgeloosheid gedaan en zullen jullie sidderen van angst. De wijnoogst zal uitblijven, er zal niet worden geoogst.
11Beef, zorgeloze vrouwen! Sidder, jullie die zo onbezorgd zijn! Trek al je kleren uit en doe een rouwkleed aan.
12Men zal zich weeklagend op de borst slaan, uit verdriet over de prachtige akkers en de vruchtbare wijnstokken.
13Want er zullen doornstruiken en distels groeien in het land van mijn volk, ook in de huizen waar vrolijkheid heerste, in heel die levendige stad.
14Het paleis zal verlaten zijn, het rumoer van de stad zal stilvallen. De Ofel en de wachttorens zullen voor eeuwig in puin liggen, een paradijs voor wilde ezels, een weide voor het vee,
15totdat de Geest uit de hemel over ons uitgestort wordt.
Dan zal de woestijn veranderen in een vruchtbaar land, en het vruchtbare land zal als een woud worden.
16Dan zal het recht wonen in de woestijn en de gerechtigheid op het vruchtbare land.
17En de gerechtigheid zal vrede bewerken, rust en veiligheid vloeien uit de gerechtigheid voort, voor eeuwig.
18En mijn volk zal in een plaats van vrede wonen, een veilig oord, in ongestoorde rust.
19Maar het zal hagelen op het woud op de helling en de stad zal volledig worden vernield.
20Gezegend zijn jullie die overal zaaien waar water is en os en ezel vrij laten rondlopen."
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.