1 2 Kon 20:1-11 | 2 Kro 32:24-26 In die tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam bij hem en zei: "Dit zegt de Heer: Regel alles voor uw huis, want u zult sterven, u zult niet blijven leven."
2Daarop draaide Hizkia zich met zijn gezicht naar de muur en bad tot de Heer:
3"Ach Heer, bedenk toch dat ik trouw en met een toegewijd hart in uw tegenwoordigheid heb gewandeld en dat ik altijd heb gedaan wat goed is in uw ogen." En Hizkia huilde hevig.
4Toen kwam het woord van de Heer tot Jesaja:
5"Ga naar Hizkia en zeg hem: Dit zegt de Heer, de God van uw voorvader David: Ik heb uw gebed gehoord en uw tranen gezien. Zie, Ik zal nog 15 jaar aan uw leven toevoegen.
6En Ik zal u en deze stad redden uit de macht van de koning van Assur. Ik zal deze stad beschermen.
7En dit zal voor u het teken van de Heer zijn dat Hij zal doen wat Hij gezegd heeft:
8zie, Ik zal de schaduw van de zon op de schaalverdeling van Achaz tien graden laten teruggaan." En de zon ging op de schaalverdeling tien graden terug die ze al gedaald was.
Danklied van Hizkia9Dit is wat koning Hizkia van Juda schreef toen hij ziek geweest was en van zijn ziekte was genezen:
10"Ik dacht: 'Mijn dagen worden afgesneden
en ik zal door de poorten van het dodenrijk moeten gaan,
ik word beroofd van de rest van mijn leven.'
11Ik zei: 'Ik zal de Heer niet meer zien,
de Heer niet meer zien in het land van de levenden.
Ik zal van de bewoners van de aarde geen mens meer zien.
12Mijn leven is voorbij, weggenomen als de tent van een herder.
Hij heeft mijn leven afgesneden en opgerold, zoals een wever.
Voordat deze dag overgaat in de nacht, maakt U een eind aan mij.'
13Tot aan de ochtend stelde ik mij voor:
als een leeuw zal Hij al mijn beenderen verbreken,
nog voordat deze dag overgaat in de nacht, maakt U een eind aan mij.
14Als een kraanvogel of zwaluw, zo piepte ik,
mijn stem klonk zo droevig als een duif.
Smekend keken mijn ogen op naar U:
'Heer, ik word zo gekweld, kom toch voor mij op!'
15Wat moet ik zeggen?
Wat de Heer mij beloofde, heeft Hij ook gedaan!
Ik mag rustig mijn verdere jaren leven, na deze bittere ellende.
16 Heer, door zulke dingen kan men leven,
dit blaast mijn geest nieuw leven in,
U hebt mij gezond gemaakt, mij genezen!
17Mijn bittere ellende veranderde in vrede,
toen U mijn leven teder in uw armen nam,
opdat ik niet in het dodenrijk terecht zou komen.
Al mijn zonden hebt U achter uw rug weggeworpen.
18Want het dodenrijk zal U niet loven, de dood prijst U niet.
Wie in het dodenrijk afdalen, hebben niets meer van uw trouw te hopen.
19Alleen wie leeft, de levenden alleen zullen U prijzen, zoals ik vandaag.
Vaders vertellen aan hun kinderen van uw trouw.
20De Heer stond klaar om mij te redden.
Daarom zullen we bij mijn snarenspel U bezingen,
alle dagen van ons leven, in het huis van de Heer."
21Jesaja had gezegd: "Laat een vijgenkoek brengen en leg die op de zweer, dan zal hij genezen."
22En Hizkia had gezegd: "Aan welk teken zal ik weten dat ik weer naar het huis van de Heer zal gaan?"
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.