1Elke hogepriester die uit de mensen wordt aangesteld, vertegenwoordigt de mensen bij God om gaven en offers te brengen voor de zonden.
2Hij kan begrip hebben voor degenen die uit onwetendheid dwalen, aangezien hij zelf ook zwakten heeft.
3Daarom moet hij niet alleen voor het volk, maar ook voor zichzelf offers brengen voor de zonden.
4Maar niemand eigent zichzelf de eer toe hogepriester te worden, hij wordt ertoe geroepen door God, net als Aäron.5:4 zie Ex 28:1 | Ex 28:36 | Ex 29:29
5Ps 2:7Zo heeft ook Christus niet Zichzelf de eer toegeëigend Hogepriester te worden, maar Hij die tegen Hem gezegd had: "Jij bent mijn Zoon, vandaag heb Ik Je verwekt,"
6Ps 110:4 heeft ook ergens gezegd: "Jij bent voor eeuwig Hogepriester, van de orde van Melchizedek."5:6 zie ook Heb 7 | Gen 14:14-20
7In zijn tijd als Mens heeft Hij gebeden en gesmeekt tot Degene die Hem van de dood kon redden. Met luide stem heeft Hij onder tranen gebeden, en Hij is uit zijn angst verhoord.5:7 zie Joh 12:27
8En zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon is, geleerd te gehoorzamen door wat Hij geleden heeft.
9En toen Hij tot volmaaktheid gebracht was, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen de bron van eeuwige redding geworden,
10en wordt door God Hogepriester van de orde van Melchizedek genoemd.
Geloof moet groeien11Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk uit te leggen, omdat jullie slecht luisteren.
12Eigenlijk hadden jullie inmiddels leraren moeten zijn, maar jullie hebben zelf opnieuw onderricht nodig in de grondbeginselen van Gods woord. Jullie hebben weer melk nodig in plaats van vast voedsel.
13Wie van melk leeft, heeft nog geen begrip van het woord van de gerechtigheid, want hij is nog een kind.
14Vast voedsel is voor de volwassenen, die door ervaring hun denken geoefend hebben in het onderscheiden van goed en kwaad.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.