1Toen antwoordde Zofar uit Naäma:
2Moet zo'n stortvloed van woorden niet beantwoord worden?
Heeft een veelprater ook altijd gelijk?
3Zou jouw gezwets een ander tot zwijgen brengen?
Zou jij spotten zonder dat iemand je bestraft?
4Want je beweert: "Mijn uitspraken zijn juist.
Ik ben rein in uw ogen."
5Ach, ik wilde wel dat God Zelf zou spreken,
dat Hij met zijn lippen tegen jou sprak,
6om jou verborgen wijsheden te onthullen,
want van alle wijsheid ken jij nog niet de helft!
Besef dit: God ziet zelfs een deel van je zonden door de vingers!
7Dacht jij dat je Gods wijsheid kon doorgronden?
Dacht jij dat je de Almachtige volledig kent?
8Zijn wijsheid is hoger dan de hemel – wat kun jij doen?
Ze is dieper dan het dodenrijk – wat weet jij daarvan?
9Haar reikweidte is groter dan de aarde,
ze reikt verder dan de zee.
10Als Hij komt, je gevangenneemt
en de rechtszaak opent – wie houdt Hem tegen?
11Want Hij weet wie de kwaden zijn,
Hij ziet het onrecht – zou Hij het negeren?
12Nog eerder zal een ezelsveulen als mens ter wereld komen,
dan dat een dwaas verstandig wordt.
13Als jij Hem werkelijk bent toegewijd,
strek je handen dan naar Hem uit!
14Als er onrecht aan je handen kleeft, doe het weg!
Verban al het kwaad uit je huis.
15Dan kun je zonder enige smet je gezicht opheffen.
Je zult vaststaan, zonder enige vrees.
16Al je ellende zul je vergeten,
het zal voor je zijn als water dat voorbij is gestroomd.
17Ja, je leven wordt stralender dan de middagzon,
de duisternis zal plaatsmaken voor het ochtendlicht.
18Je zult vertrouwen hebben, omdat er weer hoop is.
Je zult om je heen kijken en rustig kunnen slapen.
19Wanneer je in bed ligt, zal niemand je opschrikken.
Iedereen zal je vriend willen zijn.
20Maar de ogen van de goddelozen zullen bezwijken,
voor hen zal er geen enkele uitweg zijn.
De laatste adem uitblazen – dat is hun enige hoop.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.