1Een gebed van David
Heer, hoor mijn roep om recht,
heb aandacht voor mijn smeken,
verhoor mijn gebed,
met oprechte lippen gebeden!
2Doe uitspraak over mij,
heb oog voor wat mij toekomt.
3Als U mijn hart onderzoekt,
's nachts mij peilt en toetst,
U zult niets verkeerds vinden.
Ik had besloten geen verkeerd woord uit mijn mond te laten komen.
4Hoe de mensen ook leven,
ik heb, in gehoorzaamheid aan het woord van uw lippen,
mij nooit op het slechte pad begeven.
5Mijn stappen volgden uw spoor,
daarom wankelden mijn voeten niet.
6Ik roep U aan, omdat U mij verhoort.
Luister naar mij met een open oor, God,
luister naar mijn woorden.
7Toon mij uw wonderbare liefde.
U redt wie bij uw rechterhand bescherming zoekt
tegen degenen die zich tegen U verzetten.
8Bescherm mij als uw oogappel,
verberg mij onder uw beschuttende vleugels
9voor de goddelozen die uit zijn op mijn ondergang,
voor mijn doodsvijanden die mij omsingelen.
10Hun hart, zo ongevoelig als vet, sluiten ze af,
hoogmoedig zijn hun woorden.
11Waar ik ook ga omringen ze mij,
met loerende blikken, klaar om toe te slaan.
12Ze zijn als een leeuw belust op prooi,
als een sterke leeuw die op de loer ligt.
13Sta op, Heer, ga op hen af, sla hen neer!
Red met uw zwaard mijn leven van de goddelozen.
14Red mij met uw hand, Heer, van die wereldse kerels
die alleen denken aan het leven hier en nu.
Vul hun buik met wat U voor hen klaarlegt,
zodat het ook hun zonen verzadigen zal,
en zij aan hún kinderen nalaten wat nog overblijft.
15Maar ik, door U recht gedaan, mag uw gelaat zien.
Wanneer ik 's morgens ontwaak,
verzadig ik mij aan uw gestalte.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.