1 Jes 14:29-31 | Eze 25:15-17 | Jl 3:4-8 | Am 1:6-8 | Zef 2:4-7 | Zach 9:5-7 Het woord van de Heer dat tot de profeet Jeremia kwam over de Filistijnen, voordat de koning van Egypte Gaza veroverde.
2"Dit zegt de Heer: Zie: er komt water opzetten uit het noorden, een rivier die buiten zijn oevers treedt en het hele land overspoelt met alles wat zich daar bevindt, de steden en al hun inwoners. De mensen zullen schreeuwen, de hele bevolking zal huilen
3vanwege het geluid van stampende hoeven van sterke paarden, dreunende strijdwagens en ratelende wielen. Van angst kijken vaders niet meer naar hun kinderen om.
4De tijd is aangebroken dat de Filistijnen worden vernietigd en Tyrus en Sidon iedere overgebleven helper wordt ontnomen. Want de Heer zal de Filistijnen, het overblijfsel van het eiland Kaftor, verdelgen.
5Gaza is kaalgeschoren; Askelon is verwoest. Overblijfsel van het dal, hoelang blijven jullie nog insnijdingen in je lichaam maken?
6– Wee, zwaard van de Heer, hoelang zul je nog doorgaan? Ga terug in de zwaardschede en houd op!
7Maar hoe kun je ophouden? De Heer heeft je immers bevolen naar Askelon en de zeehaven te gaan. Daar heeft de Heer je ontboden."
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.