1 Mar 16:1-14 | Luk 24:1-12 | Joh 20:1-18 Aan het eind van de sabbat, toen het licht begon te worden bij het aanbreken van de eerste dag van de week, gingen Maria van Magdala en de andere Maria naar het graf kijken.
2Plotseling vond er een zware aardbeving plaats, want een engel van de Heer daalde neer uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen voor de ingang weg en ging daarop zitten.
3Zijn gestalte was als de bliksem en zijn kleding zo wit als sneeuw.
4De mannen van de wacht beefden van angst voor hem en vielen als dood neer.
5Maar de engel zei tegen de vrouwen: "Wees maar niet bang. Ik weet dat jullie Jezus zoeken, die gekruisigd is.
6Hij is hier niet, want Hij is immers opgestaan uit de dood, zoals Hij gezegd heeft. Kom en zie de plek waar de Heer gelegen heeft.
7Ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun dat Hij uit de dood is opgestaan. Zie, Hij zal jullie vooruit gaan naar Galilea. Daar zullen jullie Hem zien. Dit is wat ik jullie te zeggen had."
8Bang en blij tegelijk verlieten ze haastig het graf om het zijn leerlingen te gaan vertellen.
9Maar toen ze naar de leerlingen onderweg waren, kwam Jezus hun tegemoet en groette hen. Ze liepen naar Hem toe, grepen zijn voeten en aanbaden Hem.
10Jezus zei tegen hen: "Wees maar niet bang, ga mijn broeders zeggen dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze Mij zien."
11Intussen kwamen enkele mannen van de wacht in de stad aan om de opperpriesters te melden wat er gebeurd was.
12De opperpriesters en de oudsten kwamen bijeen en besloten om de soldaten een flink geldbedrag te geven.
13En ze zeiden tegen hen: "Zeg dat zijn leerlingen Hem 's nachts heimelijk hebben weggenomen terwijl jullie sliepen.
14En als de stadhouder hiervan hoort, zullen wij hem wel overtuigen en ervoor zorgen dat jullie geen moeilijkheden krijgen."
15Ze namen het geld aan en deden wat hun gezegd was. En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal de ronde onder de Joden.
Jezus' afscheidswoorden16 Mar 16:15-20 | Luk 24:46-53 De elf leerlingen vertrokken naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen ontboden had.
17Toen ze Hem zagen, aanbaden ze Hem. Maar sommigen twijfelden.
18Jezus kwam naar hen toe en zei: "Mij is al het gezag in de hemel en op de aarde gegeven.28:18 vgl Mat 16:28
19Ga nu en maak alle volken tot leerlingen van Mij en doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Leer hen alles na te leven wat Ik jullie heb geleerd.
20En zie, Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van de wereld."
Amen.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.