1Een psalm, een lied van Asaf. Voor de koorleider. Begeleiden met een snaarinstrument.
2God is vermaard in Juda,
zijn naam is groot in Israël.
3In Salem
5Schitterend is uw heerlijkheid,
majestueuzer dan de bergen vol wilde dieren.
6De krijgshelden zijn beroofd,
ze slapen hun laatste slaap,
niet een van de dapperen hervond nog zijn kracht.
7Toen U dreigend verscheen, God van Jakob,
bezweken wagens en paarden.
8Wie is zo ontzagwekkend als U,
wie kan voor U standhouden,
wanneer uw toorn is ontbrand?
9Vanuit de hemel klonk uw oordeel.
De aarde werd stil van ontzag
10toen God opstond om recht te spreken
en alle verdrukten op aarde te bevrijden. (Sela)
11Wie tegen U tekeergingen, zullen U prijzen,
wat van hun woede overblijft, houdt U in bedwang.
12Doe geloften aan je Heer God en los ze in.
Laten allen die Hem omringen geschenken brengen
aan Hem die ontzagwekkend is,
13die de geest van heersers als druiven afsnijdt
en door de koningen van de aarde wordt gevreesd.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.