1Een psalm van David. Voor de koorleider. Op de gittit.
2 Heer, onze Heer,
wat is de luister van uw naam toch groot
op de hele aarde!
U, die uw heerlijkheid toont aan de hemel,
3hebt met de stemmen van kleine kinderen en baby's
een bolwerk gevestigd tegen uw tegenstanders,
en legt daarmee uw wraakzuchtige vijanden het zwijgen op.
4Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,
de maan en de sterren, door U daar geplaatst –
5wat is dan de mens, dat U aan hem denkt,
wat is een mensenkind, dat U naar hem omziet?
6U hebt hem bijna als de engelen gemaakt,
hem met eer en heerlijkheid gekroond!
7U laat hem heersen
over het werk van uw handen,
alles hebt U aan zijn voeten neergelegd:
8alle schapen en runderen, allemaal,
en ook de wilde dieren in het veld,
9de vogels in de lucht, de vissen in de zee
en alles wat rondzwerft
over de paden van de zeeën.
10 Heer, onze Heer,
wat is de luister van uw naam toch groot
op de hele aarde!
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.