1Een psalm. Voor de koorleider. Voor de Korachieten.
2U bent goed geweest voor uw land, Heer,
U bracht Jakob tot herstel.
3De wandaden van uw volk hebt U weggenomen,
al hun zonden hebt U bedekt. (Sela)
4U hebt aan uw verontwaardiging een eind gemaakt,
U hebt uw vlammende toorn laten varen.
5Herstel ons, God van ons heil,
maak een eind aan uw toorn over ons.
6Zal uw toorn tegen ons eeuwig duren?
Houdt uw toorn van generatie op generatie stand?
7Wilt U ons dan niet weer tot leven wekken,
opdat uw volk zich in U verheugen zal?
8Toon ons uw liefde, Heer,
en wees goed voor ons!
9Ik wil luisteren naar wat de Heer God zegt,
want Hij spreekt woorden van vrede tegen zijn volk,
tegen hen die Hem zijn toegewijd.
Laten ze niet weer tot dwaasheid vervallen.
10De redding is nabij voor wie ontzag voor Hem hebben,
zodat er weer heerlijkheid woont in ons land.
11Liefde en trouw zullen elkaar ontmoeten,
rechtvaardigheid en vrede kussen elkaar.
12Waarheid zal uit de aarde ontkiemen,
rechtvaardigheid ziet uit de hemel neer.
13Ja, de Heer zal het goede geven,
zodat ons land een rijke opbrengst geeft.
14Rechtvaardigheid gaat voor Hem uit
en baant de weg voor zijn voeten.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.