1Een psalm van David.
Heer, hoor mijn gebed,
luister met een open oor naar mijn smeken.
Verhoor mij, omwille van uw trouw,
omwille van uw gerechtigheid.
2Voer geen rechtszaak tegen uw dienaar,
want geen sterveling zal voor U onschuldig zijn.
3De vijand staat mij naar het leven,
vertrapt mijn leven in het stof.
Door zijn toedoen woon ik in diepe duisternis,
zoals degenen die al lang gestorven zijn.
4Mijn geest bezwijkt bijna in mij,
mijn hart is verbijsterd in mijn binnenste.
5Ik denk aan vroeger tijden, overpeins al uw daden,
spreek tot mijzelf over wat uw handen hebben gedaan.
6Ik strek mijn handen naar U uit,
mijn ziel smacht naar U als een dorstig land. (Sela)
7Verhoor mij snel, Heer, mijn geest bezwijkt,
verberg uw gelaat niet voor mij,
want dan zou ik worden als degenen
die in het dodenrijk zijn afgedaald.
8Laat mij elke ochtend uw liefde horen,
want ik vertrouw op U.
Maak mij de weg bekend die ik gaan moet,
want ik vertrouw mijn leven aan U toe.
9Red mij, Heer, van mijn vijanden,
ik schuil bij U.
10Leer mij uw wil te doen, want U bent mijn God.
Laat uw goede Geest mij leiden over geëffende grond.
11Behoud mijn leven, Heer, omwille van uw naam,
red mij uit de nood, omwille van uw rechtvaardigheid.
12Verdelg mijn vijanden, uit liefde voor mij,
breng allen om die mijn leven bedreigen,
omdat ik uw dienaar ben.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.