2 KRONIEKEN 35 - De VensterBijbel(VB)

Josia laat het Pesach vieren

1 Josia trok hem tegemoet.

21Daarop zond koning Necho boden naar hem met de boodschap: "Wat gaat u dit aan, koning van Juda? Niet tegen u ben ik opgetrokken, maar tegen het koningshuis waarmee ik in oorlog ben. En God heeft mij gezegd me te haasten. Verzet u niet tegen Hem, want Hij is met mij. Hij zou u in het ongeluk storten."

22Josia wilde zich echter niet terugtrekken, maar vermomde zich voor de strijd tegen hem. Hij wilde niet luisteren naar de woorden die Necho hem in opdracht van God zei, maar viel hem aan in het Megiddodal.

23Koning Josia werd door de boogschutters neergeschoten. Daarop zei hij tegen zijn mannen: "Breng me weg, want ik ben zwaargewond."

24Zijn mannen haalden hem uit de strijdwagen, legden hem in zijn andere wagen en brachten hem naar Jeruzalem, waar hij stierf. Hij werd bijgezet in de graven van zijn voorouders. Heel Juda en Jeruzalem rouwden over Josia.

25Jeremia maakte een klaaglied over Josia. Tot op de dag van vandaag zingen alle zangers en zangeressen in hun klaagliederen over Josia. Dat is een vaste gewoonte geworden in Israël. De liederen staan opgetekend in het boek met de klaagliederen.

26Het overige van de regering van Josia, met al zijn goede daden met betrekking tot alles wat in de Wet van de Heer geschreven staat,

27al zijn daden vanaf het begin van zijn regering tot aan het eind daarvan, staat opgetekend in het boek van de koningen van Israël en Juda.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help