1 KRONIEKEN 13 - De VensterBijbel(VB)

David wil de ark ophalen

1

6Vervolgens trok David met heel Israël naar Baäla, dat is Kirjat-Jearim in Juda, om daar de ark op te halen van de Heer God die tussen de cherubs troont, de ark waar de Naam wordt aangeroepen.

7Ze vervoerden de ark van God op een nieuwe wagen en haalden hem zo op uit het huis van Abinadab. Uzza en Ahio leidden de wagen.

8David en alle Israëlieten dansten uit alle macht voor God, zongen en maakten muziek op harpen, citers, tamboerijnen, cimbalen en bazuinen.

9Op het moment dat ze de dorsvloer van Chidon bereikten, hield Uzza met zijn hand de ark van God tegen, omdat de runderen struikelden.

10Toen ontbrandde de toorn van de Heer tegen Uzza en Hij doodde hem, omdat hij met zijn hand de ark had aangeraakt.13:10 vgl Ex 25:13-15 | Num 18:3 Zo stierf Uzza daar ter plekke in de tegenwoordigheid van God.

11David was boos dat de Heer Uzza zo'n zware slag had toegebracht. Hij noemde die plek Perez-Uzza en zo heet het er tot op de dag van vandaag.

12Sindsdien was David bang voor de Heer en hij dacht: "Hoe moet ik de ark van God ophalen?"

13Daarom liet David de ark niet naar de Davidsstad brengen, maar liet hem wegbrengen naar het huis van Obed-Edom uit Gat.

14Zo bleef de ark van God drie maanden in het huis van Obed-Edom en zijn gezin staan. En de Heer zegende Obed-Edom, zijn gezin en zijn hele bezit.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help