1 2 Kro 9:1-9 Toen de koningin van Scheba hoorde over Salomo's roem die verbonden was met de naam van de Heer, kwam ze om hem met raadsels op de proef te stellen.
2Met een zeer groot gevolg kwam ze Jeruzalem binnen, met een stoet kamelen beladen met specerijen, edelstenen en heel veel goud. Ze bezocht Salomo en sprak met hem over alles wat haar bezighield.
3En Salomo wist al haar vragen te beantwoorden, niets was zo moeilijk dat hij er geen antwoord op wist.
4Toen de koningin van Scheba de grote wijsheid van Salomo zag, het paleis dat hij had gebouwd,
5de gerechten op zijn tafel, zijn dienaren die mee aanzaten, zijn bedienden die klaarstonden en hun kleding, zijn schenkers en hoe hij zich naar het huis van de Heer begaf, was ze buiten zichzelf van verbazing.
6Ze zei tegen de koning: "Alles wat ik in mijn land heb gehoord over u en uw wijsheid blijkt waar te zijn.
7Maar ik geloofde het niet, tot ik kwam en het met eigen ogen zag. Nu weet ik dat men mij nog niet de helft had verteld! Uw wijsheid en rijkdom overtreffen alles wat ik daarover gehoord had.
8Uw mannen en uw dienaren zijn gelukkig te prijzen dat ze u mogen dienen en uw wijsheid mogen horen!
9Geprezen is uw Heer God, die zo veel welgevallen aan u had dat Hij u op de troon van Israël heeft geplaatst! Omdat de Heer Israël voor eeuwig liefheeft, heeft Hij u tot koning aangesteld om rechtvaardig en integer over dit land te regeren."
10En ze schonk de koning 120 talenten goud, edelstenen en zeer grote hoeveelheden specerijen. Nooit meer zijn er zulke hoeveelheden specerijen aangevoerd als er toen door de koningin van Scheba aan koning Salomo zijn geschonken.
Salomo's rijkdom11 2 Kro 9:10-28 De schepen van Hiram brachten uit Ofir niet alleen goud mee, maar ook grote hoeveelheden sandelhout en edelstenen.
12Van het sandelhout maakte de koning pilaren voor het huis van de Heer en voor zijn paleis, en citers en harpen voor de zangers. Nooit eerder was er zo veel sandelhout in Israël aangevoerd of gezien en ook later niet, tot op de dag van vandaag.
13Koning Salomo gaf van zijn overvloed een koninklijk geschenk mee aan de koningin van Scheba en bovendien alles waar ze hem maar om vroeg. Daarna keerde ze met haar gevolg naar haar land terug.
14Het gewicht van het goud dat koning Salomo jaarlijks ontving, bedroeg 666 talenten,
15nog afgezien van wat er binnenkwam van rondtrekkende kooplieden en van handelaars in specerijen, van de koningen van Arabië en van de landvoogden van zijn land.
16Koning Salomo liet 200 grote schilden van gedreven goud maken, van 600 sikkels goud per schild,
17en 300 kleine schilden van gedreven goud, van 3 minen goud per schild. Deze schilden werden bewaard in de zaal die men het Woud van de Libanon noemde.
18Verder maakte de koning een grote, ivoren troon, die hij overtrok met zuiver goud.
19Deze troon had zes treden, een rugleuning met een ronde bovenkant, en twee gesloten armleuningen. Naast de armleuningen stonden twee leeuwen.
20Op de zes treden stonden twaalf leeuwen opgesteld, aan weerszijden van de trap. In geen enkel ander koninkrijk is ooit zoiets gemaakt.
21Alle drinkbekers van koning Salomo waren van goud. Ook alle gebruiksvoorwerpen in het Woud van de Libanon waren van zuiver goud. Er was niets van zilver, want in de tijd van koning Salomo hechtte men aan zilver weinig waarde.
22Want behalve de schepen van Hiram had de koning ook schepen die eens in de drie jaar van Tarsis terugkeerden, beladen met goud, zilver, ivoor, apen en pauwen.
23Koning Salomo overtrof alle andere koningen op aarde in rijkdom en wijsheid.
24De hele wereld kwam naar Salomo om zijn wijsheid te horen die God hem in het hart had gelegd.
25Jaar in jaar uit bracht iedereen die kwam geschenken mee: zilveren en gouden voorwerpen, kleding, wapens, specerijen, paarden en muildieren.
26Verder schafte Salomo strijdwagens en een grote ruiterij aan. Hij bezat 1400 strijdwagens en 12.000 ruiters. Deze bracht hij onder in de wagensteden en bij de koning in Jeruzalem.
27Door toedoen van de koning werd in Jeruzalem zilver zo alledaags als steen, en cederhout zo algemeen als de wilde vijgenbomen die in grote aantallen in de vlakte groeien.
28Salomo's paarden kwamen uit Egypte en Kewe. Ze werden door de handelaars van de koning tegen marktprijs ingekocht.
29De strijdwagens die uit Egypte werden geleverd, waren per stuk 600 sikkels zilver, de paarden 150 sikkels zilver. Deze paarden en wagens werden ook doorverkocht aan de koningen van de Hetieten en van Aram.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.