2 KRONIEKEN 4 - De VensterBijbel(VB)

De voorwerpen voor de tempel

1 1 Kon 7:13-51 Ook maakte hij een koperen altaar, 20 el lang, 20 el breed en 10 el hoog.

2Verder maakte hij de gegoten Zee, helemaal rond, met een doorsnede van 10 el, een hoogte van 5 el en een omtrek van 30 el.

3Onder de rand daarvan waren twee rijen runderen afgebeeld, helemaal rondom het bekken, tien runderen per el, aangegoten aan de schaal.

4De Zee stond op twaalf runderen, waarvan er drie naar het noorden gekeerd stonden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten, met daarop de Zee. Ze stonden met hun achterlijven naar binnen gekeerd.

5Het bekken was 1 handbreedte dik en de rand was gevormd als die van een beker, of als de kelk van een lelie. De inhoud was wel 3000 bat.

6Hij maakte tien spoelbekkens en plaatste er vijf links en vijf rechts, voor de wassingen: wat voor het brandoffer nodig was, werd daarin afgespoeld.4:6 zie Lev 1:9 Maar de Zee was voor de priesters om zich in te wassen.4:6 zie Ex 30:17-21

7Hij maakte ook tien gouden kandelaren, geheel volgens de voorschriften die daarvoor gegeven waren, en plaatste ze in de tempel: vijf links en vijf rechts.

8Ook maakte hij tien tafels en plaatste ze in de tempel: vijf links en vijf rechts. Verder maakte hij 100 gouden schalen.

9Hij maakte de binnenhof voor de priesters, de grote voorhof en de poorten, waarvan hij de deuren overtrok met koper.

10De Zee zette hij rechts, in de zuidoostelijke hoek.

11Huram maakte ook de potten, scheppen en schalen. Zo voltooide hij al het werk dat koning Salomo hem had opgedragen voor het huis van God.

12De twee zuilen, de twee bolle kapitelen die op de zuilen geplaatst werden, de twee netwerken die de bolle kapitelen op de twee zuilen bedekten,

13de 400 granaatappels voor de twee netwerken – twee rijen granaatappels per netwerk – die de bolle kapitelen op de zuilen bedekten,

14verder de onderstellen, de spoelbekkens op de onderstellen,

15de ene Zee en de twaalf runderen daaronder,

16en de potten, scheppen, vorken en alle bijbehorende voorwerpen werden door Huram-Abiu in opdracht van koning Salomo voor de tempel van de Heer gemaakt van gepolijst koper.

17De koning liet ze gieten in de vlakte van de Jordaan, in de dikke laag klei tussen Sukkot en Zeredata.

18Vanwege de grote aantallen waarin Salomo deze voorwerpen liet maken, werd niet nagegaan hoeveel koper ervoor gebruikt werd.

19Ook maakte Salomo alle andere voorwerpen voor het huis van God: het gouden altaar, de tafels voor de toonbroden,

20de kandelaren en de bijbehorende olielampen van zuiver goud, die volgens het voorschrift vóór de ontmoetingsplaats moesten branden,

21de bloesems, de olielampen en de snuiters van goud, alles was van het zuiverste goud,

22evenals de vorken, schalen, vuurpannen en wierookschalen die van zuiver goud waren. Ook de deuren van het Allerheiligste en de deuren van de voorzaal van de tempel waren van goud.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help