1Heeft de mens niet een slavenbestaan op aarde?
Brengt hij zijn dagen niet als een dagloner door?
2Als een slaaf die snakt naar de schaduw,
als een dagloner die uitkijkt naar zijn loon,
3zo zijn mij maanden van leegte toebedeeld,
nachten vol ellende voor mij klaargelegd.
4Als ik in bed lig, denk ik: "Wanneer kan ik opstaan?"
Maar de nacht sleept zich voort
en ik lig maar te woelen tot aan het ochtendgloren.
5Mijn lichaam zit onder de wormen en korsten,
mijn huid is een en al etter en kloven.
6Mijn dagen gaan sneller dan de spoel van een wever,
ze schieten voorbij, zonder enige hoop.
7Bedenk dat mijn leven slechts één enkele zucht is,
dat mijn ogen geen gelukkige dagen meer zullen zien.
8Wie mij zoekt, zal mij plotseling niet meer vinden.
Jullie ogen zoeken mij, maar ik zal er niet meer zijn.
9Zoals een wolk wegdrijft en verdwijnt,
zo komt niet meer terug wie in het graf is afgedaald.
10Hij zal niet naar zijn huis weerkeren,
zijn plaats ziet hem nooit meer terug.
11Daarom kan ik niet blijven zwijgen,
ik móet de ellende van mijn hart uitspreken,
ik móet uiting geven aan mijn bittere zielsverdriet.
12Ben ik soms de zee, of een zeemonster,
dat U mij dag en nacht laat bewaken?
13Wanneer ik denk dat mijn bed mij troost zal bieden,
dat mijn slaapplaats mij wat verlichting zal geven,
14jaagt U mij angst aan met mijn dromen,
met nachtmerries verschrikt U mij,
15zodat ik nog liever stik
en de dood verkies boven dit lichaam.
16Ik wil niet meer, ik zou toch al niet eeuwig leven!
Laat mij met rust, want mijn dagen zijn een zucht.
17Wat is de mens dat U hem zo belangrijk vindt,
dat U hem zoveel aandacht schenkt,
18hem elke morgen opzoekt,
hem elk moment van de dag beproeft?
19Wanneer wendt U Zich eindelijk af,
krijg ik de kans om mijn speeksel in te slikken?
20Als ik heb gezondigd,
welk kwaad heeft dat Ú gedaan, Bewaker der mensen?
Waarom hebt U mij tot uw doelwit gemaakt?
Ik heb het zwaar genoeg met mijn eigen last!
21En waarom vergeeft U mij mijn overtreding niet?
Waarom doet U mijn zonde niet weg?
Want binnenkort kom ik in het stof te liggen.
Dan zult U mij zoeken, maar ik zal er niet meer zijn.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.