2 THESSALONICENZEN 3 - States General Version (edition Jongbloed 1995)(SVV)

Verzoek om voorbede

1Voorts, broeders, Matt. 9:38. Efez. 6:19. Kol. 4:3.bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren zijn loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u;

2 Rom. 15:31. En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; Joh. 6:44.want het geloof is niet aller.

3 1 Thess. 5:24. Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken Joh. 17:15.en bewaren van den boze.

4En wij vertrouwen van u in den Heere, dat gij, hetgeen wij u bevelen, ook doet, en doen zult.

5Doch de Heere richte uw harten tot de liefde van God, en tot de lijdzaamheid van Christus.

Vermaningen

6 Vers 14. 1 Kor. 5:11. Tit. 3:10. En wij bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die ongeregeld wandelt, en niet naar 2 Thess. 2:15.de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft.

7Want gijzelven weet, 1 Kor. 11:1. 1 Thess. 1:6, 7.hoe men ons behoort na te volgen; 1 Thess. 2:10.want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen onder u;

8 Hand. 18:3. 20:34. 1 Kor. 4:12. 2 Kor. 11:9. 12:13. 1 Thess. 2:9. En wij hebben geen brood bij iemand gegeten voor niet, maar in arbeid en moeite, nacht en dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn;

9 1 Kor. 9:3, 6. 1 Thess. 2:9. Niet, dat wij de macht niet hebben, maar opdat wij onszelven u geven zouden tot 1 Kor. 4:16. 11:1. Filipp. 3:17. 1 Thess. 1:6.een voorbeeld, om ons na te volgen.

10Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete.

11Want wij horen, dat sommigen onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele dingen doende.

12 1 Thess. 4:11. Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid Efez. 4:28.werkende, hun eigen brood eten.

13En gij, broeders, Gal. 6:9.vertraagt niet in goed te doen.

14Maar indien iemand ons woord, door dezen brief geschreven, niet gehoorzaam is, tekent dien; Vers 6. Matt. 18:17. 1 Kor. 5:9.en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde;

15En houdt hem niet als een vijand, maar vermaant hem als een broeder.

Groeten

16 Rom. 15:33. 16:20. 1 Kor. 14:33. 2 Kor. 13:11. Filipp. 4:9. 1 Thess. 5:23. De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen.

17 1 Kor. 16:21. Kol. 4:18. De groetenis met mijn hand, van Paulus; hetwelk is een teken in iederen zendbrief; alzo schrijf ik.

18De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help