PSALMEN 136 - States General Version (edition Jongbloed 1995)(SVV)

Gods goedertierenheid duurt tot in eeuwigheid

1Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid;

2Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

3Looft den Heere der heren; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

4Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

5Dien, Gen. 1:1.Die de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

6Dien, Ps. 24:2.Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

7Dien, Gen. 1:14.Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

8 Gen. 1:16. De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

9De maan en sterren tot heerschappij in den nacht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

10 Ex. 12:29. Ps. 78:43, 51. Dien, Die de Egyptenaren geslagen heeft in hun eerstgeborenen; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

11En heeft Israël Ex. 12:31, 51. 13:3, 17.uit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

12Met een sterke hand, en Ex. 6:5.met een uitgestrekte arm; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

13Dien, Ex. 14:21, 22. Ps. 78:13.Die de Schelfzee in delen deelde; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

14En voerde Israël door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

15 Ex. 14:24. Hij heeft Faraö met zijn heir gestort in de Schelfzee; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

16 Ex. 15. 16. 17. 19. Ps. 78:53. Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

17 Num. 21:24, 25, 34, 35. Joz. 12:1. Ps. 135:10, 11. Die grote koningen geslagen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

18En heeft heerlijke koningen gedood; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

19Sihon, den Amorietischen koning; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

20 Deut. 3:1 enz. En Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

21En heeft hun land Joz. 12:6.ten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

22Ten erve aan Zijn knecht Israël; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

23Die aan ons gedacht heeft in onze nederigheid; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

24En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

25Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

26Looft den God des hemels; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help