1De Jer. 48:1. Ezech. 25:9. Amos 2:1.last van Moab. Zekerlijk, in den nacht is Ar-Moabs verwoest, zij is uitgeroeid; zekerlijk, in den nacht is Kir-Moabs verwoest, zij is uitgeroeid!
2Hij gaat op naar Baïth en Dibon, en naar Bamoth, om te wenen; over Nebo en over Médeba zal Moab huilen; op Jer. 48:37. Ezech. 7:18.al haar hoofden is kaalheid, aller baard is afgesneden.
3Op haar wijken hebben zij zakken aangegord; op haar daken en op haar straten huilen zij altemaal, afgaande met geween.
4Zo Hesbon als Eleále schreeuwt, hun stem wordt gehoord tot Jahaz toe; daarom maken de toegerusten van Moab een geschrei, eens iegelijks ziel in hem is kwalijk gesteld.
5Mijn hart schreeuwt over Moab, haar grendelen zijn naar Zoar toe, de driejarige vaars; want hij gaat op met geween naar den opgang van Luhith, want op den weg naar Horonáïm verwekken zij een jammergeschrei.
6Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting wezen; want het gras is verdord, het tedere gras is vergaan, er is geen groente.
7Daarom zullen zij den overvloed, dien zij vergaderd hebben, en hetgeen zij weggelegd hebben, aan de beek der wilgen voeren.
8Want dat geschreeuw zal omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaïm toe, ja, tot Beër-Elim toe zal haar gehuil zijn.
9Want de wateren van Dimon zijn vol bloeds, want Ik zal Dimon nog meer toeschikken: te weten leeuwen over de ontkomenen van Moab, mitsgaders over het overblijfsel des lands.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.