ZACHARIA 7 - States General Version (edition Jongbloed 1995)(SVV)

Gerechtigheid oefenen is beter dan vasten

1Het gebeurde nu in het vierde jaar van den koning Daríus, dat het woord des HEEREN geschiedde tot Zacharía, op den vierden der negende maand, namelijk in Chisleu.

2Toen men naar het huis van God gezonden had Sarézer, en Regem-Melech, en zijn mannen, om het aangezicht des HEEREN te smeken;

3Zeggende tot de priesters, die in het huis des HEEREN der heirscharen waren, en tot de profeten, zeggende: Moet ik wenen in de vijfde maand, mij afzonderende, gelijk als ik gedaan heb nu zo vele jaren?

4Toen geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende:

5Spreek tot het ganse volk dezes lands, en tot de priesters, zeggende: Toen gij vasttet en rouwklaagdet, in de vijfde en in de zevende maand, namelijk nu zeventig jaren, hebt gijlieden Mij, Mij enigszins gevast?

6Of als gij at, en als gij dronkt, waart gij het niet, die daar at, en gij, die daar dronkt?

7Zijn het niet de woorden, welke de HEERE uitriep door den dienst der vorige profeten, toen Jeruzalem bewoond en gerust was, en haar steden rondom haar; en het zuiden en de laagte bewoond was?

8Verder geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharía, zeggende:

9Alzo sprak de HEERE der heirscharen, zeggende: Richt een waarachtig gericht, en doet goedertierenheid en barmhartigheden, de een aan den ander;

10En verdrukt Ex. 22:22.de weduwe noch den wees, den vreemdeling noch den ellendige; en denkt niet in uw hart de een des anderen kwaad.

11Maar zij weigerden op te merken, en togen hun schouder terug, en zij verzwaarden hun oren, opdat zij niet hoorden.

12En zij maakten hun hart als een diamant, opdat zij niet hoorden de wet en de woorden, die de HEERE der heirscharen zond in Zijn Geest, door den dienst der vorige profeten, waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE der heirscharen.

13Daarom is het geschied, gelijk als Hij geroepen had, doch zij niet gehoord hebben, Spr. 1:28. Jes. 1:15. Jer. 11:11. 14:12.alzo riepen zij ook, maar Ik hoorde niet, zegt de HEERE der heirscharen;

14Maar Ik heb hen weggestormd onder alle heidenen, welke zij niet kenden; en het land werd achter hen verwoest, zodat er niemand doorging, noch wederkeerde; want zij stelden het gewenste land tot een verwoesting.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help