1Hallelujah! Zingt den HEERE een nieuw lied; Zijn lof zij in de Gemeente Zijner gunstgenoten.
2Dat Israël zich verblijde in Ps. 100:3.Dengene, Die hem gemaakt heeft; dat de kinderen Sions zich verheugen over hun Koning.
3 Ps. 81:3, 4. Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij Hem psalmzingen op de trommel en harp.
4Want de HEERE heeft een welgevallen aan Zijn volk; Hij zal de zachtmoedigen versieren met heil.
5Dat Zijn gunstgenoten van vreugde opspringen, om die eer; dat zij juichen op hun legers.
6De verheffingen Gods zullen in hun keel zijn; en 2 Thess. 2:8. Hebr. 4:12. Openb. 1:16.een tweesnijdend zwaard in hun hand;
7Om wraak te doen over de heidenen, en bestraffingen over de volken;
8Om hun koningen Matt. 18:18.te binden met ketenen, en hun achtbaren met ijzeren boeien;
9Om het beschreven recht over hen te doen. Deut. 4:6.Dit zal de heerlijkheid van al Zijn gunstgenoten zijn. Hallelujah!
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.