2 KORINTHE 3 - States General Version (edition Jongbloed 1995)(SVV)

De uitnemendheid van het Nieuwe Testament boven het Oude

1Beginnen 2 Kor. 5:12. 10:8.wij onszelven wederom u aan te prijzen? Of behoeven wij ook, gelijk sommigen, brieven van voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving van u?

2Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen van alle mensen;

3Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet Ex. 24:12. 34:1.in stenen tafelen, Jer. 31:33. Ezech. 11:19. 36:26. Hebr. 8:10.maar in vlezen tafelen des harten.

4En zodanig een vertrouwen hebben wij door Christus bij God.

5Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar Filipp. 2:13.onze bekwaamheid is uit God;

6Die ons ook bekwaam gemaakt heeft, om te zijn 2 Kor. 5:18.dienaars Hebr. 8:6, 8.des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.

7En indien de bediening des doods in letteren bestaande, Ex. 24:12. 34:1. Deut. 10:2.

en in stenen ingedrukt, in heerlijkheid is geweest, Ex. 34:30.alzo dat de kinderen Israëls het aangezicht van Mozes niet konden sterk aanzien, om de heerlijkheid zijns aangezichts, die te niet gedaan zou worden,

8Hoe zal niet veel meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn?

9Want indien de bediening der verdoemenis heerlijkheid geweest is, veel meer is de bediening der rechtvaardigheid overvloedig in heerlijkheid.

10Want ook het verheerlijkte is zelfs niet verheerlijkt in dezen dele, ten aanzien van deze uitnemende heerlijkheid.

11Want indien hetgeen te niet gedaan wordt, in heerlijkheid was, veel meer is hetgeen blijft, in heerlijkheid.

12Dewijl wij dan zodanige hoop hebben, zo gebruiken wij vele vrijmoedigheid in het spreken;

13En doen niet gelijkerwijs Ex. 34:35.Mozes, die een deksel op zijn aangezicht legde, opdat de kinderen Israëls niet zouden sterk zien Rom. 10:4.op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt.

14 Jes. 6:10. Ezech. 12:2. Matt. 13:11. Hand. 28:26. Rom. 11:8. Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt.

15Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt, ligt een deksel op hun hart.

16 Matt. 13:11. Rom. 11:23. 1 Kor. 2:10. Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen.

17 Joh. 4:24. De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.

18 1 Kor. 13:12. 2 Kor. 5:7. En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help