1Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Timótheüs, de broeder,
2Den heiligen en gelovigen broederen in Christus, die te Kolosse zijn: Rom. 1:7. Gal. 1:3. Efez. 1:2. 1 Petr. 1:2.genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Dankzegging en bede voor het geloof der Kolossenzen3 Efez. 1:15. Filipp. 1:3. 1 Thess. 1:2. 2 Thess. 1:3. Wij danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, altijd voor u biddende;
4Alzo wij van uw geloof in Christus Jezus gehoord hebben, en van de liefde, die gij hebt tot alle heiligen.
5Om de hoop, 1 Petr. 1:4.die u weggelegd is in de hemelen, van welke gij te voren gehoord hebt, door het Woord der waarheid, namelijk des Evangelies;
6Hetwelk tot u gekomen is, gelijk ook in de gehele wereld, Mark. 4:8. Joh. 15:16.en het brengt vruchten voort, gelijk ook onder u, van dien dag af dat gij gehoord hebt, en de genade Gods in waarheid bekend hebt.
7Gelijk gij ook geleerd hebt van Kol. 4:12. Filem. vs. 23.Épafras, onzen geliefden mededienstknecht, dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u;
8Die ons ook verklaard heeft uw liefde in den Geest.
De heerlijkheid van Christus en Zijn Evangelie9 Efez. 1:15. Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, 1 Kor. 1:5.dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;
10 Gen. 17:1. 1 Kor. 7:20. Efez. 4:1. Filipp. 1:27. 1 Thess. 2:12. Opdat gij moogt wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid, in alle goede werken Joh. 15:16.vrucht dragende, en wassende in de kennis van God;
11Met alle kracht bekrachtigd zijnde, naar de sterkte Zijner heerlijkheid, tot alle lijdzaamheid en lankmoedigheid, met blijdschap;
12Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt heeft, om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht;
13 Efez. 2:4. 1 Thess. 2:12. Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk Matt. 3:17. 17:5. 2 Petr. 1:17.van den Zoon Zijner liefde;
14In Denwelken wij de verlossing hebben Hand. 20:28. Efez. 1:7. Hebr. 9:14. 1 Petr. 1:19.door Zijn bloed, namelijk de vergeving der zonden;
15 2 Kor. 4:4. Filipp. 2:6. Hebr. 1:3. Dewelke het Beeld is des onzienlijken Gods, Openb. 3:14.de Eerstgeborene aller creaturen.
16 Gen. 1:3. Ps. 33:6. Joh. 1:3. Efez. 3:9. Hebr. 1:2. Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
17En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;
18 Efez. 1:22. 4:15. 5:23. En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, 1 Kor. 15:20. Openb. 1:5.de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.
19Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat Joh. 1:14, 16. Kol. 2:9.in Hem al de volheid wonen zou;
20 2 Kor. 5:18. 1 Joh. 4:10. En dat Hij, door Hem Jes. 9:6. Joh. 16:33. Hand. 10:36. Rom. 5:1. Efez. 2:14.vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.
21En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend,
22In het lichaam Zijns vleses, door den dood, Luk. 1:75. Efez. 1:4. 5:27. 2 Tim. 1:9. Tit. 2:12.opdat Hij u zou heilig en onberispelijk en onbeschuldiglijk voor Zich stellen;
23 Joh. 15:6. Indien gij maar blijft in het geloof, gefondeerd en vast, en niet bewogen wordt van de hope des Evangelies, dat gij gehoord hebt, hetwelk gepredikt is onder al de creature, die onder den hemel is; van hetwelk ik Paulus een dienaar geworden ben;
Arbeid en strijd van Paulus en zijn bediening24 2 Kor. 7:4. Die mij nu verblijde in mijn lijden Efez. 3:13. Filipp. 2:17. 2 Tim. 2:10.voor u, en vervulle in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, Rom. 12:5. 1 Kor. 12:27. Efez. 4:12. 5:23.voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente;
25Welker dienaar ik geworden ben, naar de bedeling van God, Rom. 16:25. Efez. 1:9. 3:9. 2 Tim. 1:10. Tit. 1:3. 1 Petr. 1:20.die mij gegeven is aan u, om te vervullen het Woord Gods;
26 Namelijk de verborgenheid, die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, Matt. 13:11.maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen;
27 2 Kor. 2:14. Aan wie God heeft willen bekend maken, welke zij de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid onder de heidenen, welke is Christus onder u, 1 Tim. 1:1.de Hoop der heerlijkheid;
28Denwelken wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus;
29Waartoe ik ook arbeide, strijdende naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht.
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.