1Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN.
2 Dan. 2:20. De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.
3 Mal. 1:11. Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.
4De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.
5Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.
6Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde;
7 1 Sam. 2:8. Ps. 107:41. Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;
8Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.
9Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!
Who We AreWhat We EelieveWhat We Do
2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.