KOLOSSENZEN 4 - States General Version (edition Jongbloed 1995)(SVV)

Vermaning tot gebed en wijsheid

1Gij Efez. 6:9.heren, doet uw dienstknechten recht en gelijk, wetende, dat ook gij een Heere hebt in de hemelen.

2 Luk. 18:1. Rom. 12:12. Efez. 6:18. 1 Thess. 5:17. Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;

3Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur des Woords opene, Efez. 6:19. 2 Thess. 3:1.om te spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook gebonden ben;

4Opdat ik dezelve moge openbaren, gelijk ik moet spreken.

5 Efez. 5:15. Wandelt met wijsheid bij degenen, die buiten zijn, Efez. 5:16.den bekwamen tijd uitkopende.

6 Mark. 9:50. Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een iegelijk moet antwoorden.

Zending van Tychikus en Onésimus

7Al mijn zaken zal u bekend maken Hand. 20:4. Efez. 6:21. 2 Tim. 4:12.Tychikus, de geliefde broeder, en getrouwe dienaar, en mededienstknecht in den Heere;

8Denwelken ik tot hetzelfde einde tot u gezonden heb, opdat hij uw zaken wete, en uw harten vertrooste;

9Met Filem. vs. 10.Onésimus, den getrouwen en geliefden broeder, dewelke uit de uwen is; zij zullen u alles bekend maken, wat hier is.

Groeten, opdracht en besluit

10U groet Hand. 27:2.Aristarchus, mijn medegevangene; en Hand. 15:37. 2 Tim. 4:11.Markus, de neef van Bárnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem;

11En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.

12U groet Kol. 1:7. Filem. vs. 23.Épafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil van God.

13Want ik geef hem getuigenis, dat hij groten ijver heeft over u en degenen, die in Laodicéa zijn, en degenen, die in Hierápolis zijn.

14U groet 2 Tim. 4:11.Lukas, de medicijnmeester, de geliefde, en 2 Tim. 4:10.Démas.

15Groet de broeders, die in Laodicéa zijn, en Nymfas, en de Gemeente, die in zijn huis is.

16En wanneer deze zendbrief van u zal gelezen zijn, maakt, dat hij ook in de gemeente der Laodicenzen gelezen worde, en dat ook gij dien leest, die uit Laodicéa geschreven is.

17En zegt aan Archippus: Zie op de bediening, die gij aangenomen hebt in den Heere, dat gij die vervult.

18 2 Thess. 3:17. De groetenis met mijn hand, van Paulus. Hebr. 13:3.Gedenkt mijner banden. De genade zij met u. Amen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help