MATTHEÜS 9 - States General Version (edition Jongbloed 1995)(SVV)

Genezing van een verlamde

1En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. Mark. 2:3. Luk. 5:18. Hand. 9:33.En ziet, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende.

2En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven.

3En ziet, sommigen der schriftgeleerden zeiden in zichzelven: Ps. 32:5. Jes. 43:25.Deze lastert God.

4En Jezus, ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten?

5Want wat is lichter te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en wandel?

6Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op, en ga heen naar uw huis.

7En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn huis.

8De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd, en God verheerlijkt, die zodanige macht den mensen gegeven had.

Matthéüs geroepen tot apostel

9 Mark. 2:14. Luk. 5:27. En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Matthéüs; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem.

10En het geschiedde, als Hij in het huis van Matthéüs aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen.

11En de farizeeën, dat ziende, zeiden tot Zijn discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren?

12Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.

13Doch gaat heen en leert, wat het zij: Hos. 6:6. Micha 6:8. Matt. 12:7.Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; Mark. 2:17. Luk. 5:32. 19:10. 1 Tim. 1:15.want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.

Het vasten

14 Mark. 2:18. Luk. 5:33. Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende: Waarom vasten wij en de farizeeën veel, en Uw discipelen vasten niet?

15En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook 2 Kor. 11:2.de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten.

16Ook zet niemand een lap ongevold laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een ergere scheur.

17 Mark. 2:22. Noch doet men nieuwen wijn in oude lederzakken; anders zo bersten de lederzakken, en de wijn wordt uitgestort, en de lederzakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe lederzakken, en beide te zamen worden behouden.

Het dochtertje van Jaïrus opgewekt Een vrouw genezen

18Als Hij deze dingen tot hen sprak, Mark. 5:22. Luk. 8:41.ziet, een overste kwam en aanbad Hem, zeggende: Mijn dochter is nu terstond gestorven, doch kom en leg Uw hand op haar, en zij zal leven.

19En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn discipelen.

20 Lev. 15:25. Mark. 5:25. Luk. 8:43. (En ziet, een vrouw die twaalf jaren het bloedvloeien gehad had, komende tot Hem van achteren, raakte den zoom Zijns kleeds aan;

21Want zij zeide in zichzelven: Indien ik alleenlijk Zijn kleed aanraak, zo zal ik gezond worden.

22En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Mark. 5:34. Luk. 8:48.Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.)

23 Mark. 5:38. Luk. 8:51. En als Jezus in het huis des oversten kwam, en zag de pijpers en de woelende schare,

24Zeide Hij tot hen: Vertrekt; want het dochtertje is niet dood, maar Joh. 11:11.slaapt. En zij belachten Hem.

25Als nu de schare uitgedreven was, ging Hij in, en greep haar hand; en het dochtertje stond op.

26En dit gerucht ging uit door dat gehele land.

Twee blinden genezen

27En als Jezus van daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: Gij Zone Davids, ontferm U onzer!

28En als Hij in huis gekomen was, kwamen de blinden tot Hem. En Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere!

29Toen raakte Hij hun ogen aan, zeggende: U geschiede naar uw geloof.

30En hun ogen zijn geopend geworden. Matt. 12:16. Luk. 5:14.En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat het niemand wete.

31 Mark. 7:36. Maar zij, uitgegaan zijnde, hebben Hem ruchtbaar gemaakt door dat gehele land.

Een stomme genezen

32 Matt. 12:22. Luk. 11:14. Als dezen nu uitgingen, ziet, zo brachten zij tot Hem een mens, die stom en van den duivel bezeten was.

33En als de duivel uitgeworpen was, sprak de stomme. En de scharen verwonderden zich, zeggende: Er is nooit desgelijks in Israël gezien!

34Maar de farizeeën zeiden: Matt. 12:24. Mark. 3:22. Luk. 11:15.Hij werpt de duivelen uit door den overste der duivelen.

35 Mark. 6:6. Luk. 13:22. En Jezus omging al de steden en vlekken, lerende in hun synagogen, en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.

36 Mark. 6:34. En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, Jer. 23:1. Ezech. 34:2.gelijk schapen, die geen herder hebben.

37Toen zeide Hij tot Zijn discipelen: Luk. 10:2. Joh. 4:35.De oogst is wel groot; maar de arbeiders zijn weinige;

38 2 Thess. 3:1. Bidt dan den Heere des oogstes, dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstote.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help