De Psalmen 79 - NBG 1951 Translation(NBG51)

Bede om wraak over Jeruzalems verwoesting

1Een psalm van Asaf.

O God, heidenen zijn uw erfdeel binnengedrongen,

zij hebben uw heilige tempel ontwijd,

Jeruzalem tot puinhopen gemaakt.

2Zij hebben de lijken van uw knechten gegeven

tot spijze aan het gevogelte des hemels,

het vlees van uw gunstgenoten

aan het gedierte des velds.

3Zij hebben hun bloed als water vergoten

rondom Jeruzalem, en er was niemand die begroef.

4Wij zijn onze naburen tot smaad geworden,

hun die ons omringen, tot spot en hoon.

5Hoelang nog, o Here? – Zult Gij voortdurend toornen,

zal uw naijver branden als een vuur?

6Stort uw grimmigheid uit over de volken

die U niet kennen, en over de koninkrijken

die uw naam niet aanroepen;

7want zij hebben Jakob verslonden

en zijn woonstede verwoest.

8Reken ons de ongerechtigheid der voorvaderen niet toe,

uw barmhartigheid kome ons haastig tegemoet,

want wij zijn zeer verzwakt.

9Help ons, o God van ons heil,

om de heerlijkheid van uw naam;

red ons en doe verzoening over onze zonden

om uws naams wil.

10Waarom zouden de heidenen zeggen:

Waar is hun God?

Laat voor onze ogen onder de heidenen bekend worden

de wraak over het vergoten bloed van uw knechten.

11Het zuchten der gevangenen kome voor uw aangezicht,

doe de ten dode gedoemden

overblijven naar de grootheid van uw arm.

12Vergeld onze naburen in hun boezem zevenvoudig

de smaad waarmee zij U bejegenen, o Here.

13Dan zullen wij, uw volk, en de schapen die Gij weidt,

U voor altoos loven,

van geslacht tot geslacht uw roem verkondigen.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help