De Psalmen 12 - NBG 1951 Translation(NBG51)

Gebed om hulp

1Voor de koorleider. Op de wijze van: De achtste. Een psalm van David.

2Help toch, Here, want er zijn geen vromen meer;

ja, de getrouwen zijn schaars onder de mensenkinderen.

3Zij spreken valsheid tegen elkander,

zij spreken dubbelhartig, met gladde lippen.

4De Here verdelge alle gladde lippen

en elke grootsprekende tong;

5hen die zeggen: Met onze tong zijn wij sterk;

onze lippen zijn met ons – wie is heer over ons?

6Om de onderdrukking der ellendigen, het zuchten der armen,

maak Ik Mij thans op, zegt de Here;

Ik stel in veiligheid wie daarnaar smacht.

7De woorden des Heren zijn zuivere woorden,

gedegen zilver, in een smeltoven in de aarde

zevenvoudig gelouterd.

8Gij, Here, zult ze gestand doen,

ons altoos beschermen tegen dit geslacht;

9de goddelozen draven rond,

terwijl snoodheid bij de mensenkinderen het hoofd opsteekt.

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help