Psalmen 137 - Dutch Bible 1939(nld1939)

1Aan Babels stromen zaten wij schreiend Bij de gedachte aan Sion;

2En aan de wilgen, die daar stonden, Hingen wij onze harpen op.

3Ja, daar durfden onze rovers Ons nog liederen vragen; En onze beulen: “Zingt ons vrolijke wijsjes Uit de zangen van Sion!”

4Ach, hoe zouden wij Jahweh’s liederen zingen Op vreemde bodem!

5Jerusalem, zo ik u zou vergeten, Ik vergat mijn rechterhand nog eer;

6Mijn tong mag aan mijn gehemelte kleven, Zo ik u niet gedenk: Zo ik niet meer van Jerusalem houd, Dan van het toppunt van vreugde.

7Jahweh, reken de zonen van Edom De dag van Jerusalem toe; Die riepen: Smijt ze neer, smijt ze neer; Neer met haar op de grond!

8En gij, dochter van Babel, moordenares: Heil hem, die u vergeldt wat gij ons hebt gedaan;

9Heil hem, die uw kinderen grijpt, En tegen de rots te pletter slaat!

Blog
About Us
Message
Site Map

Who We AreWhat We EelieveWhat We Do

Terms of UsePrivacy Notice

2025 by iamachristian.org,Inc All rights reserved.

Home
Gospel
Question
Blog
Help